ontwerpen

Dutch

Etymology

From ont- +‎ werpen. Compare German entwerfen.

Pronunciation

• IPA^(key): /ɔntˈʋɛr.pə(n)/

• Audio:

  (file)

• Rhymes: -ɛrpən

Verb

ontwerpen

1. to design; to plan

Inflection

Conjugation of ontwerpen (strong class 3+7, prefixed)
infinitive	ontwerpen
past singular	ontwierp
past participle	ontworpen
infinitive	ontwerpen
gerund	ontwerpen n
	present tense	past tense
1st person singular	ontwerp	ontwierp
2nd person sing. (jij)	ontwerpt, ontwerp2	ontwierp
2nd person sing. (u)	ontwerpt	ontwierp
2nd person sing. (gij)	ontwerpt	ontwierpt
3rd person singular	ontwerpt	ontwierp
plural	ontwerpen	ontwierpen
subjunctive sing.1	ontwerpe	ontwierpe
subjunctive plur.1	ontwerpen	ontwierpen
imperative sing.	ontwerp
imperative plur.1	ontwerpt
participles	ontwerpend	ontworpen
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

• ontwerp
• ontwerper

Descendants

• Afrikaans: ontwerp

Noun

ontwerpen

1. plural of ontwerp