lening
Étymologie
Nom commun
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | lening | leningen |
Diminutif | leninkje | leninkjes |
lening \Prononciation ?\ féminin
- Prêt.
- iemand een lening verstrekken
- consentir un prêt à quelqu’un
- langlopende leningen
- prêts à long terme
- lening met afgesproken voorwaarden
- prêt conventionné
- iemand een lening verstrekken
- Emprunt.
- een lening sluiten
- faire, contracter un emprunt
- een lening uitschrijven
- émettre un emprunt lancer un emprunt
- een lening sluiten
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « lening [Prononciation ?] »