etiquette
Uiterlijk
- eti·quet·te
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘omgangsvormen’ voor het eerst aangetroffen in 1764 [1]
- Ontleend aan Frans étiquette [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | etiquette | - |
verkleinwoord | - | - |
- geheel van cultuurgebonden beleefdheidsregels en omgangsvormen
- Volgens de etiquette moet je altijd met twee woorden spreken. Het is dus niet ja of nee maar Ja meneer, nee mevrouw.
- De meeste klanten komen uit de Verenigde Staten. Voor hen zijn de handschoenen een symbool van Europese elegantie en etiquette. [4]
- Het woord etiquette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "etiquette" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "etiquette" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etiquette op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Milou van Rossum 5 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be