Aanval op Sluis (1606): verschil tussen versies
links, cat |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
|partof=de [[Tachtigjarige Oorlog]] |
|partof=de [[Tachtigjarige Oorlog]] |
||
|date= [[12 juli]] [[1606]] |
|date= [[12 juli]] [[1606]] |
||
|place=[[Sluis (stad)|Sluis]], [[Zeeland]] |
|place=[[Sluis (stad)|Sluis]], thans in [[Zeeland]] |
||
|result=Spaanse nederlaag |
|result=Spaanse nederlaag |
||
|combatant1=[[Afbeelding:Flag of New Spain.svg|24px]] Spaanse Leger |
|combatant1=[[Afbeelding:Flag of New Spain.svg|24px]] Spaanse Leger |
||
Regel 21: | Regel 21: | ||
==Aanloop== |
==Aanloop== |
||
Na de mislukte poging om [[Beleg van Bredevoort (1606)| |
Na de mislukte poging om [[Beleg van Bredevoort (1606)|Bredevoort in te nemen]], probeerde Du Terrail, die in Spaanse dienst was, opnieuw dezelfde tactiek toe te passen in Sluis : de stadspoort besluipen, en deze opblazen met mijnen, waarna de rest van het leger de stad kon binnenvallen. Du Terrail had vernomen dat de wachthuizen die na de laatste belegering van Sluis waren afgebrand, nog niet waren herbouwd. De stad was via de Oostpoort bereikbaar middels twee ophaalbruggen, maar die werden licht bewaakt omdat men dacht dat het onmogelijk via het ''Verdronken land van Cadzand'' en langs diverse [[Schans (verdedigingswerk)|schansen]] de stad van deze kant te naderen. De stad stond onder bevel van Karel van der Noot stadhouder van [[Frederik Hendrik]]. Deze had omliggende steden nog gewaarschuwd voor een Spaanse aanval, maar dacht dat Sluis wegens omliggende schansen zeker buiten schot zou blijven. |
||
==Aanval== |
==Aanval== |
||
Du Terrail was via het ''Verdronken land van Cadzand'' echter met 3.600 man op weg naar de stad. Hij wist ongezien langs de Krabbenschans te trekken. Daar gaf hij opdracht een een deel van zijn leger om op een afgesproken uur over te gaan tot de aanval. Wat Du Terrail en zijn soldaten niet wisten was dat de klok van Sluis al een bepaalde tijd defect was, en de groep soldaten daardoor tervergeefs wachtten op het afgesproken tijdstip. (Volgens legendevorming kwam het door Jantje van Sluis, de klokkenluider, die toevallig die nacht dronken was en zijn plocht verzaakte.) Du Terrail liet intussen drie mannen naar de twee ophaalbruggen zwemmen, en de derde man mijnen aan de poort plaatsen. Dit lukte. De ingang in de poort was ongeveer groot genoeg dat er twee mannen tegelijk doorheen konden. De vijftien poortwachters wisten de oprukkende Spanjaarden echter lang genoeg op te houden totdat rest van het door de knallen gewekte garnizoen ook ter plaatse was. Het garnizoen was halfbewapend en halfgekleed naar de poort gekomen, en dreven nu de aanvallers terug. Er werd zo fanatiek geschoten op de terugtrekkende aanvallers elkaar verdrongen op de brug door de te laat aanwezig zijnde versterking die zich richting stad drongen. Bevelhebber Karel van der Noot wist met een kanon een welgemikt schot op de massa te lossen, waardoor er in een klap meer dan vierhonderd doden vielen. De inmiddels gealarmeerde schansen doodden vluchtende Spaanse soldaten. De aanval op Sluis was mede door de defecte klok op een een fiasko uitgelopen, en bleef de stad een Spaanse bezetting bespaard. |
Du Terrail was via het ''Verdronken land van Cadzand'' echter met 3.600 man op weg naar de stad. Hij wist ongezien langs de Krabbenschans te trekken. Daar gaf hij opdracht een een deel van zijn leger om op een afgesproken uur over te gaan tot de aanval. Wat Du Terrail en zijn soldaten niet wisten was dat de klok van Sluis al een bepaalde tijd defect was, en de groep soldaten daardoor tervergeefs wachtten op het afgesproken tijdstip. (Volgens legendevorming kwam het door Jantje van Sluis, de klokkenluider, die toevallig die nacht dronken was en zijn plocht verzaakte.) Du Terrail liet intussen drie mannen naar de twee ophaalbruggen zwemmen, en de derde man mijnen aan de poort plaatsen. Dit lukte. De ingang in de poort was ongeveer groot genoeg dat er twee mannen tegelijk doorheen konden. De vijftien poortwachters wisten de oprukkende Spanjaarden echter lang genoeg op te houden totdat rest van het door de knallen gewekte garnizoen ook ter plaatse was. Het garnizoen was halfbewapend en halfgekleed naar de poort gekomen, en dreven nu de aanvallers terug. Er werd zo fanatiek geschoten op de terugtrekkende aanvallers elkaar verdrongen op de brug door de te laat aanwezig zijnde versterking die zich richting stad drongen. Bevelhebber Karel van der Noot wist met een kanon een welgemikt schot op de massa te lossen, waardoor er in een klap meer dan vierhonderd doden vielen. De inmiddels gealarmeerde schansen doodden vluchtende Spaanse soldaten. De aanval op Sluis was mede door de defecte klok op een een fiasko uitgelopen, en bleef de stad een Spaanse bezetting bespaard. |
Versie van 4 nov 2009 20:34
Aanval op Sluis (1606) | ||||
---|---|---|---|---|
Onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog | ||||
Datum | 12 juli 1606 | |||
Locatie | Sluis, thans in Zeeland | |||
Resultaat | Spaanse nederlaag | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
| ||||
Troepensterkte | ||||
| ||||
Verliezen | ||||
|
Sjabloon:Gevechten Tachtigjarige Oorlog
De Aanval op Sluis was een aanval op 12 juli 1606 door de Franse banneling Du Terrail in Spaanse dienst op de Vlaamse stad Sluis ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. Doordat de klok in de stad niet sloeg op het afgesproken tijdstip mislukte de aanslag.
Aanloop
Na de mislukte poging om Bredevoort in te nemen, probeerde Du Terrail, die in Spaanse dienst was, opnieuw dezelfde tactiek toe te passen in Sluis : de stadspoort besluipen, en deze opblazen met mijnen, waarna de rest van het leger de stad kon binnenvallen. Du Terrail had vernomen dat de wachthuizen die na de laatste belegering van Sluis waren afgebrand, nog niet waren herbouwd. De stad was via de Oostpoort bereikbaar middels twee ophaalbruggen, maar die werden licht bewaakt omdat men dacht dat het onmogelijk via het Verdronken land van Cadzand en langs diverse schansen de stad van deze kant te naderen. De stad stond onder bevel van Karel van der Noot stadhouder van Frederik Hendrik. Deze had omliggende steden nog gewaarschuwd voor een Spaanse aanval, maar dacht dat Sluis wegens omliggende schansen zeker buiten schot zou blijven.
Aanval
Du Terrail was via het Verdronken land van Cadzand echter met 3.600 man op weg naar de stad. Hij wist ongezien langs de Krabbenschans te trekken. Daar gaf hij opdracht een een deel van zijn leger om op een afgesproken uur over te gaan tot de aanval. Wat Du Terrail en zijn soldaten niet wisten was dat de klok van Sluis al een bepaalde tijd defect was, en de groep soldaten daardoor tervergeefs wachtten op het afgesproken tijdstip. (Volgens legendevorming kwam het door Jantje van Sluis, de klokkenluider, die toevallig die nacht dronken was en zijn plocht verzaakte.) Du Terrail liet intussen drie mannen naar de twee ophaalbruggen zwemmen, en de derde man mijnen aan de poort plaatsen. Dit lukte. De ingang in de poort was ongeveer groot genoeg dat er twee mannen tegelijk doorheen konden. De vijftien poortwachters wisten de oprukkende Spanjaarden echter lang genoeg op te houden totdat rest van het door de knallen gewekte garnizoen ook ter plaatse was. Het garnizoen was halfbewapend en halfgekleed naar de poort gekomen, en dreven nu de aanvallers terug. Er werd zo fanatiek geschoten op de terugtrekkende aanvallers elkaar verdrongen op de brug door de te laat aanwezig zijnde versterking die zich richting stad drongen. Bevelhebber Karel van der Noot wist met een kanon een welgemikt schot op de massa te lossen, waardoor er in een klap meer dan vierhonderd doden vielen. De inmiddels gealarmeerde schansen doodden vluchtende Spaanse soldaten. De aanval op Sluis was mede door de defecte klok op een een fiasko uitgelopen, en bleef de stad een Spaanse bezetting bespaard.
Nasleep
Na afloop besloot men in Sluis om dit soort aanvallen in de toekomst te voorkomen door een halve maan voor de stadspoort aan te leggen. Drie gevangen genomen officieren werden achteraf te Brussel onthoofd. Rondom de klok van Sluis is een legende ontstaan. Jantje van Sluis, de klokkenluider die vereeuwigd is als houten figuur in de torenklok en daar nu nog staat. Er bestaan verschillende varianten op het verhaal van Jantje van Sluis.