[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

Bijfiguur: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Anne1977 (overleg | bijdragen)
Anne1977 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
Meestal hebben bijfiguren vooral betrekking tot de literatuur en schone kunsten. Daardoor zijn bijfiguren meestal [fictief]], maar ook in de geschiedenis heb je bijfiguren die echt geleefd hebben. Verder kunnen bijfiguren ook kennissen uit de [[vriendenkring]] of anonieme [[getuigen]] zijn in het [[nieuws]].
Meestal hebben bijfiguren vooral betrekking tot de literatuur en schone kunsten. Daardoor zijn bijfiguren meestal [fictief]], maar ook in de geschiedenis heb je bijfiguren die echt geleefd hebben. Verder kunnen bijfiguren ook kennissen uit de [[vriendenkring]] of anonieme [[getuigen]] zijn in het [[nieuws]].


==Voorbeeld van een bijfiguur buiten de fictieve wereld.==


De [[admiraal]] [[luitenant]] [[generaal]] [[Michiel Adriaenszoon de Ruyter]] was een heel belangrijke bijfiguur in het leven van de gebroeders [[De Witt]] en hij is ook een bijfiguur in de geschiedenis van de [[17e eeuw]].


==Kenmerken van fictieve bijfiguren zijn:==
==Kenmerken van fictieve bijfiguren zijn:==

Versie van 29 nov 2005 17:43

Algemeen

Een bijfiguur is iemand met een kleine rol. Ze zijn ondergeschikt aan de hoofdpersonen en zijn vooral nuttig voor de aanvullig van het verhaal, maar zeker niet altijd onbelangrijk. Meestal hebben bijfiguren vooral betrekking tot de literatuur en schone kunsten. Daardoor zijn bijfiguren meestal [fictief]], maar ook in de geschiedenis heb je bijfiguren die echt geleefd hebben. Verder kunnen bijfiguren ook kennissen uit de vriendenkring of anonieme getuigen zijn in het nieuws.


Kenmerken van fictieve bijfiguren zijn:

1. Ze kunnen de fantasie en de nieuwsgierigheid van de oplettende toeschouwer prikkelen.

2. Ze kunnen betrokken zijn bij een ontknoping in een verhaal.

De functie van een fictief bijguur is dat ze de wereld binnen het verhaal groter maken op het onbewuste vlak van de toeschouwer. Verder geven bijfiguren diepgang aan het geheel van het verhaal. Zie ook Randfiguurfunctie.

Een paar voorbeelden van "grote" fictieve bijfiguren zijn:

  1. Hades de Griekse god van de onderwereld en de rijkdom.
  2. Pan de Griekse halfgod van het vee en het dierlijk instinct.
  3. Bard uit de Hobbit door J.R.R. Tolkien.
  4. De faun Meneer Tumnis uit Kronieken van Narnia door C.S. Lewis.
  5. Graaf Tel uit Sesamstraat.