Bewerken van Ethisch socialisme
Uiterlijk
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het opslaan of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Het ethisch socialisme kent sterke overeenkomsten met het [[christensocialisme]], het [[gildesocialisme]] en het [[liberaal-socialisme]] alsook met het [[sociaalliberalisme]].<ref name="Thompson"/><ref>Misschien is er ook een overlap met het [[conservatief socialisme]], maar deze laatste stroming is anders dan het ethisch socialisme niet progressief te noemen en legt geen nadruk op sociale mobiliteit.</ref> Bekende ethische socialisten waren de Britten [[Thomas Hill Green]] (1836-1882)<ref>Green wordt zowel tot de ethische socialisten als de sociaalliberalen gerekend</ref>, [[R. H. Tawney]] (1880-1962)<ref>Wordt ook gerekend tot de christensocialisten</ref>, [[Ramsay MacDonald]] (1866-1937), [[Clement Attlee]] (1883-1967), de Fransman [[Pierre-Joseph Proudhon]] (1809-1865), de Italianen [[Giuseppe Garibaldi]] (1807-1882), [[Giuseppe Mazzini]] (1805-1872), de Belg [[Hendrik de Man]] (1885-1953)<ref name="Banning">[https://web.archive.org/web/20221025193338/https://www.banningvereniging.nl/site/wp-content/uploads/2013/10/Dick-Pels-Banningprijs-1989.pdf ''Banning Prijs 1989''] {{pdf}}</ref> en de Nederlanders [[Koos Vorrink]] (1891-1955) en [[Willem Banning]] (1888-1971).<ref name="Banning"/> Een moderne vertegenwoordiger van het ethisch socialisme is de Britse oud-premier [[Tony Blair]] (*1953).<ref>S.D. Tansey, N.A. Jackson: ''Politics: The Basics'', Routledge, Abingdon 2008<sup>4</sup>, p. 97</ref><ref>Tony Blair: ''[https://digital.library.lse.ac.uk/objects/lse:rel805bow Let us Face the Future]'', Fabian Society 1995. [https://web.archive.org/web/20221206064607/https://digital.library.lse.ac.uk/objects/lse:rel805bow Gearchiveerd] op 6 december 2022.</ref> |
Het ethisch socialisme kent sterke overeenkomsten met het [[christensocialisme]], het [[gildesocialisme]] en het [[liberaal-socialisme]] alsook met het [[sociaalliberalisme]].<ref name="Thompson"/><ref>Misschien is er ook een overlap met het [[conservatief socialisme]], maar deze laatste stroming is anders dan het ethisch socialisme niet progressief te noemen en legt geen nadruk op sociale mobiliteit.</ref> Bekende ethische socialisten waren de Britten [[Thomas Hill Green]] (1836-1882)<ref>Green wordt zowel tot de ethische socialisten als de sociaalliberalen gerekend</ref>, [[R. H. Tawney]] (1880-1962)<ref>Wordt ook gerekend tot de christensocialisten</ref>, [[Ramsay MacDonald]] (1866-1937), [[Clement Attlee]] (1883-1967), de Fransman [[Pierre-Joseph Proudhon]] (1809-1865), de Italianen [[Giuseppe Garibaldi]] (1807-1882), [[Giuseppe Mazzini]] (1805-1872), de Belg [[Hendrik de Man]] (1885-1953)<ref name="Banning">[https://web.archive.org/web/20221025193338/https://www.banningvereniging.nl/site/wp-content/uploads/2013/10/Dick-Pels-Banningprijs-1989.pdf ''Banning Prijs 1989''] {{pdf}}</ref> en de Nederlanders [[Koos Vorrink]] (1891-1955) en [[Willem Banning]] (1888-1971).<ref name="Banning"/> Een moderne vertegenwoordiger van het ethisch socialisme is de Britse oud-premier [[Tony Blair]] (*1953).<ref>S.D. Tansey, N.A. Jackson: ''Politics: The Basics'', Routledge, Abingdon 2008<sup>4</sup>, p. 97</ref><ref>Tony Blair: ''[https://digital.library.lse.ac.uk/objects/lse:rel805bow Let us Face the Future]'', Fabian Society 1995. [https://web.archive.org/web/20221206064607/https://digital.library.lse.ac.uk/objects/lse:rel805bow Gearchiveerd] op 6 december 2022.</ref> |
||
Van de overheid wordt verwacht dat zij zorgt voor een eerlijke herverdeling en het instellen van een sociaal stelsel. Bezit wordt in de regel niet afgewezen, maar dient te worden aangewend voor het algemeen belang in plaats van voor het eigen genot.<ref name="Thompson"/> Green was een voorstander van het concept dat iedereen (of iedere familie) bezit zou moeten hebben, en niet slechts een kleine bovenlaag. Hij wijst echter een overdreven fixatie op dat eigen bezit van de hand. Hij staat hiermee in de lijn van [[Arnold Toynbee]] (1852-1883), die een uitgesproken voorstander was van bezit voor iedereen en geldt als een voorloper van de ethische socialisten. |
Van de overheid wordt verwacht dat zij zorgt voor een eerlijke herverdeling en het instellen van een sociaal stelsel. Bezit wordt in de regel niet afgewezen, maar dient te worden aangewend voor het algemeen belang in plaats van voor het eigen genot.<ref name="Thompson"/> Green was een voorstander van het concept dat iedereen (of iedere familie) bezit zou moeten hebben, en niet slechts een kleine bovenlaag. Hij wijst echter een overdreven fixatie op dat eigen bezit van de hand. Hij staat hiermee in de lijn van [[Arnold Toynbee]] (1852-1883), die een uitgesproken voorstander was van bezit voor iedereen en geldt als een voorloper van de ethische socialisten.<ref>Toynbee zag een veel kleinere rol weggelegd voor de overheid, voor hem ging gezindheidsverandering ''("gezindheidssocialisme, broederschapssocialisme")'' voor alles. |
||
==Zie ook== |
==Zie ook== |