[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

Executie van Harry Farr: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ShaneDV (overleg | bijdragen)
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{wiu2}} '''Harry Farr''' (1891 – 18 oktober 1916) was een Britse soldaat die geëxecuteerd werd tijdens de Eerste Wereldoorlog omwille van lafh...'
 
ShaneDV (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 31: Regel 31:
== In Europa ==
== In Europa ==
In de videoreportages gebaseerd op het boek [[In Europa]] van [[Geert Mak]] getuigen Gertrude Harris en Janet Booth, over hun strijd om het eerherstel te verkrijgen voor Harry Farr. In deze videoreportage kan men ook zien hoe Harry Farr zijn naam bijgezet wordt op het oorlogsmonument in zijn voormalige woonplaats.
In de videoreportages gebaseerd op het boek [[In Europa]] van [[Geert Mak]] getuigen Gertrude Harris en Janet Booth, over hun strijd om het eerherstel te verkrijgen voor Harry Farr. In deze videoreportage kan men ook zien hoe Harry Farr zijn naam bijgezet wordt op het oorlogsmonument in zijn voormalige woonplaats.

== Externe links ==
* {{nl}}[http://www.uitzendinggemist.nl/programmas/3350-in-europa Videoreportages In Europa]

Versie van 13 aug 2013 11:30

Mee bezig
Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Harry Farr (1891 – 18 oktober 1916) was een Britse soldaat die geëxecuteerd werd tijdens de Eerste Wereldoorlog omwille van lafheid. Hij was toen pas 25 jaar. Hij was afkomstig uit Kensington in Londen en diende in het 1ste Bataljon van het West Yorkshire Regiment.

Biografie

Harry Farr nam dienst in het Britse leger in 1908 toen hij 17 jaar was. Hij deed een diensttijd van 4 jaar uit waarna hij reservist werd. Hij woonde na zijn legerdienst in Kensington in Londen, samen met zijn vrouw Gertrude en zijn éénjarige dochter, die eveneens Gertrude heette. Hij werkte toen als stellingbouwer.

Tweede wereldoorlog

Toen in augustus 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak werd hij opgeroepen om zich aan te melden bij het 2de Bataljon van het West Yorkshire Regiment. Dit bataljon werd ingezet om de Duitse aanval in Frankrijk te stoppen. Aanvankelijk slaagden ze hierin, waarna ze zich ingroeven en wachtten op de mogelijkheid een nieuw offensief te starten.

Dit gebeurde op 10 maart 1915 toen zijn bataljon werd ingezet bij de Slag om Neuve Chapelle. Bij deze aanval gebruikte de Britse artillerie meer granaten in 35 minuten dan tijdens de ganse Boerenoorlog die 4 jaar duurde. Tijdens deze slag verloren de Britse divisies 11.500 man, zowat een kwart van het totaal aantal manschappen.

Daarna werd Harry Farr en zijn bataljon ingezet bij de Slag om Aubers Ridge, op 9 mei 1915. In zijn krijgsraaddossier staat dat hij na deze slag werd opgenomen in het hospitaal met verschijnselen van “Shell shock”, alhoewel daar nergens een verslag van is terug te vinden. Ook tijdens deze slag leed het Britse leger zware verliezen. Daarna moest het ergste echter nog komen, tijdens de Slag aan de Somme. Echter in mei 1915 nog, stortte Harry Farr volledig in, hij leed onder zware stuiptrekkingen. Hij verbleef tot oktober 1915 in het ziekenhuis en werd toen opnieuw bevonden als “geschikt voor dienst”.

Het was daarna dat hij met zijn bataljon werd ingezet tijdens de Slag aan de Somme. Dit was voor het Britse leger de slag waarbij ze het meest verliezen leden. Het was op 17 september 1916 dat hij verzocht om een medisch onderzoek. Dit werd echter geweigerd daar hij niet gewond was. Hij moest dus terug naar het front, doch hij weigerde dit.

Onder begeleiding werd hij terug naar de linies gebracht, maar hierbij ontstond een twist waarbij zijn geweer werd afgenomen en hij nogmaals gedwongen werd terug naar het front te gaan. Toen hij nogmaals weigerde, werd hij onder arrest geplaatst.

Krijgsraad en executie

Harry Farr moest daarna verschijnen voor de Krijgsraad, waarbij hij zichzelf moest verdedigen. Na een zitting die slechts 20 minuten duurde werd hij veroordeeld tot de doodstraf wegens lafheid. Hierbij werd geen aandacht geschonken aan de medische toestand van de soldaat. Op 18 oktober 1916 om 6 uur ‘s morgens werd Harry Farr geëxecuteerd door het vuurpeloton. Nadien getuigde de priester dat hij de blinddoek weigerde en het vuurpeloton in de ogen wenste te kijken.

Zijn vrouw kreeg daarna een brief waarin stond dat haar man overleden was na veroordeling voor lafheid. Als gevolg zou zijn vrouw Gertrude Farr ook geen weduwenpensioen ontvangen van de Britse overheid.

Eerherstel

Toen in 1990 de krijgsraadarchieven openbaar werden gemaakt bleek dat er vele juridische tekortkomingen waren geweest en er waren aanwijsbare fouten gemaakt.

Het is aan de hand hiervan dat de dochter van Harry Farr, Gertrude Harris en zijn kleindochter Janet Booth, petities hebben aangeboden en aanvragen ingediend bij de Britse overheid om eerherstel te verkrijgen. Voor 16 augustus 2006 werden deze allen afgewezen.

Het is pas dan dat de toenmalige minister van Defensie Des Brown, de zaak zou herbekijken. Met positief gevolg, want op 16 augustus 2006 vroeg de Britse regering aan het parlement eerherstel voor alle Britse militairen die tijdens de Eerste Wereldoorlog wegens lafheid en desertie zijn gefusilleerd.

In Europa

In de videoreportages gebaseerd op het boek In Europa van Geert Mak getuigen Gertrude Harris en Janet Booth, over hun strijd om het eerherstel te verkrijgen voor Harry Farr. In deze videoreportage kan men ook zien hoe Harry Farr zijn naam bijgezet wordt op het oorlogsmonument in zijn voormalige woonplaats.

  • (nl) Videoreportages In Europa