[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

Jacques Martin: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
China Crisis (overleg | bijdragen)
komma's + 1 zin mooier
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Jacques Martin''' ([[Straatsburg]], [[25 september]] [[1921]] - [[Brussel]], [[21 januari]] [[2010]]<ref>[http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20100121_062 Overlijdensbericht op Standaard.be]</ref>) was een [[Frankrijk|Franse]] [[striptekenaar]]. Samen met [[Hergé]] en [[Edgar P. Jacobs]] wordt hij tot de drie groten van de zogenaamde "Brusselse school" gerekend.
'''Jacques Martin''' ([[Straatsburg]], [[25 september]] [[1921]] - [[Brussel]], [[21 januari]] [[2010]]<ref>[http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20100121_062 Overlijdensbericht op Standaard.be]</ref>) was een [[Frankrijk|Franse]] [[striptekenaar]]. Samen met [[Hergé]] en [[Edgar P. Jacobs]] wordt hij tot de drie groten van de zogenaamde "Brusselse school" gerekend.


== Biografie ==
In zijn jeugd had Jacques Martin drie passies: klassieke kunst, stripverhalen en geschiedenis. Hij schrijft zich in voor een opleiding aan de school "Kunst en beroep", waar hij een puur technische opleiding krijgt, maar het artistieke neemt dan toch de bovenhand. In [[1942]] creëert hij onder het pseudoniem Jam 'Les Aventures du Jeune Toddy'.
In zijn jeugd had Jacques Martin drie passies: klassieke kunst, stripverhalen en geschiedenis. Hij schreef zich in voor een opleiding aan de school "Kunst en beroep", waar hij een puur technische opleiding kreeg, maar het artistieke nam dan toch de bovenhand. In [[1942]] creëerde hij onder het [[pseudoniem]] Jam 'Les Aventures du Jeune Toddy'.


Na de oorlog gaat hij naar [[België]] en bezoekt hij alle uitgevers. Hij gaat samenwerken met de graficus Leblicq. Hieruit ontstaat het pseudoniem '''Marleb''', dat hij blijft gebruiken ook nadat de samenwerking is beëindigd. Hij creëert diverse reeksen zoals ''Le Hibou Gris'', ''Le Sept de Trèfle'' en ''La Cité Fantastique''. Voor het magazine [[Bravo! (striptijdschrift)|Bravo!]] schrijft hij verhalen onder de titel ''Monsieur Barbichou'', ''Lamar l'Homme Invisible'' en ''Oeuil-de-Perdrix''.
Na de oorlog ging hij naar [[België]] en bezocht hij alle uitgevers. Hij ging samenwerken met de graficus Leblicq. Hieruit ontstond het pseudoniem '''Marleb''', dat hij bleef gebruiken ook nadat de samenwerking was beëindigd. Hij creëerde diverse reeksen zoals ''Le Hibou Gris'', ''Le Sept de Trèfle'' en ''La Cité Fantastique''. Voor het magazine [[Bravo! (striptijdschrift)|Bravo!]] schreef hij verhalen onder de titel ''Monsieur Barbichou'', ''Lamar l'Homme Invisible'' en ''Oeuil-de-Perdrix''.


In 1948 creëert hij de reeks [[Alex (strip)|Alex]] dat in het [[Kuifje (weekblad)|weekblad Kuifje]] verschijnt. In dat zelfde weekblad verschijnt in [[1952]] zijn nieuwe creatie [[Lefranc]]. In [[1953]] treedt hij toe tot de studio Hergé, waar hij meewerkt aan diverse avonturen van [[De avonturen van Kuifje|Kuifje]]. Maar zijn eigen creaties vergeet hij niet: in de Kuifje-periode, die 19 jaar duurt, publiceert hij zeven Alex- en drie Lefranc-albums. Nadat hij Kuifje verlaat, publiceert hij op 10 jaar tijd nog eens negen Alex- en vier Lefranc-albums. Daarnaast start Martin in [[1978]] samen met Jean Pleyers de serie ''Jhen'', in het Nederlands uitgegeven onder de naam ''[[Tristan (stripreeks)|Tristan]]''.
In [[1948]] creëerde hij de reeks [[Alex (strip)|Alex]] die in het [[Kuifje (weekblad)|weekblad Kuifje]] verscheen. In datzelfde weekblad verscheen in [[1952]] zijn nieuwe creatie [[Lefranc]]. In [[1953]] trad hij toe tot de studio Hergé, waar hij meewerkte aan diverse avonturen van [[De avonturen van Kuifje|Kuifje]]. Maar zijn eigen creaties vergat hij niet: in de Kuifje-periode, die 19 jaar duurt, publiceerde hij zeven Alex- en drie Lefranc-albums. Nadat hij Kuifje verliet, publiceerde hij op tien jaar tijd nog eens negen Alex- en vier Lefranc-albums. Daarnaast startte Martin in [[1978]] samen met Jean Pleyers de serie ''Jhen'', in het Nederlands uitgegeven onder de naam ''[[Tristan (stripreeks)|Tristan]]''.


In [[1983]] start hij ''Arno'' samen met André Juillard en in [[1990]] begint hij aan de reeks ''Orion''. In [[1996]] verschijnt de 20e Alex. In [[1998]] ontsnapt Jacques Martin niet langer aan de tand des tijds: zijn ogen gaan erop achteruit en hij zoekt jonge artiesten om zijn levenswerk verder te zetten. Voor de reeks Alex werkt hij samen met [[Rafael Morales]] en voor Lefranc vindt hij een medewerker in [[Gilles Chaillet]] en later [[Christophe Simon]], die dan ook al Orion heeft overgenomen.
In [[1983]] startte hij ''Arno'' samen met André Juillard en in [[1990]] begon hij aan de reeks ''Orion''. In [[1996]] verscheen de 20e Alex. In [[1998]] ontsnapte Jacques Martin niet langer aan de tand des tijds: zijn ogen gingen erop achteruit en hij zocht jonge artiesten om zijn levenswerk verder te zetten. Voor de reeks Alex werkte hij samen met [[Rafael Morales]] en voor Lefranc vond hij een medewerker in [[Gilles Chaillet]] en later [[Christophe Simon]], die dan ook al Orion had overgenomen.


{{referenties}}
{{referenties}}

Versie van 22 jan 2010 19:57

Jacques Martin (Straatsburg, 25 september 1921 - Brussel, 21 januari 2010[1]) was een Franse striptekenaar. Samen met Hergé en Edgar P. Jacobs wordt hij tot de drie groten van de zogenaamde "Brusselse school" gerekend.

Biografie

In zijn jeugd had Jacques Martin drie passies: klassieke kunst, stripverhalen en geschiedenis. Hij schreef zich in voor een opleiding aan de school "Kunst en beroep", waar hij een puur technische opleiding kreeg, maar het artistieke nam dan toch de bovenhand. In 1942 creëerde hij onder het pseudoniem Jam 'Les Aventures du Jeune Toddy'.

Na de oorlog ging hij naar België en bezocht hij alle uitgevers. Hij ging samenwerken met de graficus Leblicq. Hieruit ontstond het pseudoniem Marleb, dat hij bleef gebruiken ook nadat de samenwerking was beëindigd. Hij creëerde diverse reeksen zoals Le Hibou Gris, Le Sept de Trèfle en La Cité Fantastique. Voor het magazine Bravo! schreef hij verhalen onder de titel Monsieur Barbichou, Lamar l'Homme Invisible en Oeuil-de-Perdrix.

In 1948 creëerde hij de reeks Alex die in het weekblad Kuifje verscheen. In datzelfde weekblad verscheen in 1952 zijn nieuwe creatie Lefranc. In 1953 trad hij toe tot de studio Hergé, waar hij meewerkte aan diverse avonturen van Kuifje. Maar zijn eigen creaties vergat hij niet: in de Kuifje-periode, die 19 jaar duurt, publiceerde hij zeven Alex- en drie Lefranc-albums. Nadat hij Kuifje verliet, publiceerde hij op tien jaar tijd nog eens negen Alex- en vier Lefranc-albums. Daarnaast startte Martin in 1978 samen met Jean Pleyers de serie Jhen, in het Nederlands uitgegeven onder de naam Tristan.

In 1983 startte hij Arno samen met André Juillard en in 1990 begon hij aan de reeks Orion. In 1996 verscheen de 20e Alex. In 1998 ontsnapte Jacques Martin niet langer aan de tand des tijds: zijn ogen gingen erop achteruit en hij zocht jonge artiesten om zijn levenswerk verder te zetten. Voor de reeks Alex werkte hij samen met Rafael Morales en voor Lefranc vond hij een medewerker in Gilles Chaillet en later Christophe Simon, die dan ook al Orion had overgenomen.