[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

Stinkend nieskruid: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BotMultichill (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: es:Helleborus foetidus
Baas Becking (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(37 tussenliggende versies door 23 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Taxobox | type = plant
{{Taxobox
| type = plant
| naam = Stinkend Nieskruid
| naam = Stinkend nieskruid
| afbeelding = HelleborusFoetidus-flower-closeup.jpg
| afbeelding = HelleborusFoetidus-flower-closeup.jpg
| afbeeldingtekst = Stinkend Nieskruid
| afbeeldingtekst = Bloeiwijze
| rijk = ''[[Planten|Plantae]]'' (Planten)
| rijk = ''[[Planten|Plantae]]'' (Planten)
| stam = ''[[Embryophyta]]'' (Landplanten)
| stam = ''[[Embryophyta]]'' (Landplanten)
Regel 11: Regel 12:
| familie = ''[[Ranunculaceae]]'' (Ranonkelfamilie)
| familie = ''[[Ranunculaceae]]'' (Ranonkelfamilie)
| geslacht = ''[[Helleborus]]'' (Nieskruid)
| geslacht = ''[[Helleborus]]'' (Nieskruid)
| taxon = [[Soort]]
| w-naam = Helleborus foetidus
| w-naam = ''Helleborus foetidus''
| auteur =
| auteur = [[Carl Linnaeus|L.]]
| datum =
| datum = 1753
| afbeeldingII = Helleborus foetidus5.jpg
| afbeeldingII = Helleborus foetidus5.jpg
| afbeeldingIItekst = Stinkend Nieskruid
| afbeeldingIItekst = Bloeiende plant
}}
}}
'''Stinkend nieskruid''' (''Helleborus foetidus'') is een [[groenblijvend]], [[vaste plant|overblijvend kruid]] uit het geslacht [[nieskruid]] (''Helleborus'') van de [[ranonkelfamilie]] (''Ranunculaceae''). Het is de enige soort die wordt ingedeeld in de [[sectie (biologie)|sectie]] ''Griphopus''.


De geur van de lichtgroene bloemen, wanneer deze worden aangeraakt, is niet aangenaam. Dit geldt nog sterker wanneer de bladeren worden fijngewreven.
Het '''Stinkend Nieskruid''' (''Helleborus foetidus'') is een tot 80 cm hoge overblijvende plant in de [[Ranonkelfamilie]].


==Voorkomen==
De plant komt in [[Nederland]] niet, in [[België]] zeldzaam voor.
De plant komt van nature voor in Midden- en Zuid-Europa van Italië en Portugal in het zuiden tot het midden van Duitsland. Ook komt de plant voor in het zuiden en het midden van Engeland.


In België komt de plant vrij veel voor in de kalkstreek ([[Condroz]], [[Fagne]] en [[Famenne]]), alsook plaatselijk in de [[Gaume]]. In Nederland is de plant in een hellingbos bij [[Ubachsberg]] en op de [[Sint-Pietersberg]] (Maastricht]) in het wild gesignaleerd, verder wordt ze als tuinplant gekweekt.
De donkergroene bladeren zijn diep ingesneden, behalve de bovenste. De plant doet de naam eer aan, want de lucht van de lichtgroene bloemen, wanneer deze worden aangeraakt, is niet aangenaam. Dit geldt nog sterker wanneer de enigszins leerachtige bladeren worden fijngewreven (gebruik handschoenen). De groene bloemen hebben geen kroon-, alleen kelkbladen. Deze hebben vaak een paars/bruine rand. De bloemen groeien trosvormig. De bloeiperiode loopt van [[januari]] tot [[mei]]. De plant heeft een lichte voorkeur voor een standplaats in de halfschaduw, vaak op kalkhoudende grond. Het bovenste deel van het stammetje is evenals de bloemen geelgroen van kleur.


==Kenmerken==
===Verspreidingsgebied===
De overwinterende, donkergroene, enigszins leerachtige bladeren zijn handvormig gedeeld in zeven tot elf smalle blaadjes met een gezaagde rand.
De plant is inheems in midden en Zuid-Europa, en komt dan ook voor van Italië en Portugal in het zuiden tot midden Duitsland en zeldzaam in België, maar ook in zuid- en midden Engeland. In Nederland komt de plant niet in het wild voor, maar wordt wel in tuinen gekweekt.


De lichtgroene, 2-2,5 cm brede bloemen hebben alleen [[kelkblad]]en en geen [[kroonblad]]en. Deze hebben vaak een paars/bruine rand. De kroonbladen zijn veranderd in [[nectariën]] (honingnapjes), die de vorm hebben van een afgeplatte horen. De bloemen groeien trosvormig. Het bovenste deel van het stammetje is evenals de kleine ongedeelde schutbladen, lichtgroen van kleur. De bloeiperiode loopt van januari tot mei. De vrucht bestaat uit een tot vijf [[kokervrucht]]en.
===Giftig===
Alle delen van de plant zijn zwak tot matig giftig, ook de zaden. Het aanwezige [[hellebrine]] irriteert huid- en slijmvliezen. Reeds door ombeschermd met de zaden om te gaan kan de handhuid irritatie vertonen. Het aanwezige [[helleborine]] werkt op het hart in. Het gif werd vroeger als wormmiddel in de veeartsenijkunde gebruikt.


Stinkend nieskruid bloeit meestal twee keer, een eerste keer in het vijfde jaar, maar soms al in het tweede jaar. Nieuwe stengels uit de [[wortelstok]] bezorgen gewoonlijk een tweede bloei in het volgende jaar. Daarna sterft de plant meestal.
===Tuin===
In de tuin is de plant geschikt voor borders langs een tuinplant, of bij steen. De plant houdt van een kalkrijke en vochthoudende bodem. Let er op dat als de plant veel zaad zet, dit het einde van de plant kan inluiden. Snoei uitgebloeide bloemen tijdig weg. Doordat de plant groenblijvend is, staat de plant in de ondergroei eigenlijk altijd mooi.


===Ecologie===
'Wester Flisk' is een bekende cultivar.

===Ecologische aspecten===
De bloemen worden vooral door bijen bezocht. Deze worden aangetrokken door de voor mensen onaangename geur.
De bloemen worden vooral door bijen bezocht. Deze worden aangetrokken door de voor mensen onaangename geur.


De zaadjes hebben aan een zijde een lichte plek, waaruit olie komt. De mieren zijn dol op deze olie, en slepen hiervoor de zaden mee. Op deze manier vindt de verspreiding van de zaden plaats.
De zaadjes hebben aan een zijde een [[mierenbroodje]] waaruit olie komt. De mieren zijn dol op deze olie en slepen hiervoor de zaden mee. Op deze manier vindt de verspreiding van de zaden plaats, soms vele meters ver van de moederplant.


De plant heeft een lichte voorkeur voor een standplaats in de halfschaduw, vaak op kalkhoudende grond.

===Giftigheid===
Alle delen van de plant zijn zwak tot matig giftig, ook de zaden. Het aanwezige [[Hellebrin|helleborin]] irriteert huid- en slijmvliezen. Reeds door onbeschermd met de zaden om te gaan kan de handhuid irritatie vertonen. Het gif werd vroeger als wormmiddel in de veeartsenijkunde gebruikt.

==Kweek==
In de tuin is de plant geschikt voor borders langs een tuinpad, of bij steen. De plant houdt van een kalkrijke en vochthoudende bodem. Als de plant veel zaad zet betekent dit vaak het einde. In de tuin is tijdig snoeien van uitgebloeide bloemen daarom van belang. De plant wordt gewaardeerd als groenblijvende opvulling van de ondergroei.

''Helleborus foetidus'' 'Wester Flisk' is een bekende [[cultivar]], die roodgetinte stengels en bladstelen heeft.

==Afbeeldingen==
{|
{|
|-
|-
| [[Image:HelleborusFoetidus-flower-empty.jpg|200px]]
| [[Bestand:HelleborusFoetidus-flower-empty.jpg|200px]]
| [[Image:HelleborusFoetidus-plant.jpg|150px]]
| [[Bestand:HelleborusFoetidus-plant.jpg|150px]]
| [[Bestand:Helleborus_foetidus.jpg|150px]]
|}
|}
{{commons|Helleborus foetidus}}


==Externe links==
[[Categorie:Ranunculaceae]]
* [http://biodiversite.wallonie.be/temp/plantes2112.gif Verspreiding van ''Helleborus foetidus'' in België]
* {{Link soortenbank.nl|id=774|label=Stinkend nieskruid (''Helleborus foetidus'')}}

{{Commons|Helleborus foetidus}}
{{Navigatie Helleborus}}


[[Categorie:Plant uit het Palearctisch gebied|stinkend nieskruid]]
[[an:Ixarruego]]
[[Categorie:Ranonkelfamilie]]
[[de:Stinkende Nieswurz]]
[[en:Helleborus foetidus]]
[[es:Helleborus foetidus]]
[[fa:کنگرگون]]
[[fr:Hellébore fétide]]
[[pl:Ciemiernik cuchnący]]

Huidige versie van 19 jul 2020 om 20:53

Stinkend nieskruid
Bloeiwijze
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Orde:Ranunculales
Familie:Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Geslacht:Helleborus (Nieskruid)
Soort
Helleborus foetidus
L. (1753)
Bloeiende plant
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Stinkend nieskruid op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Stinkend nieskruid (Helleborus foetidus) is een groenblijvend, overblijvend kruid uit het geslacht nieskruid (Helleborus) van de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Het is de enige soort die wordt ingedeeld in de sectie Griphopus.

De geur van de lichtgroene bloemen, wanneer deze worden aangeraakt, is niet aangenaam. Dit geldt nog sterker wanneer de bladeren worden fijngewreven.

De plant komt van nature voor in Midden- en Zuid-Europa van Italië en Portugal in het zuiden tot het midden van Duitsland. Ook komt de plant voor in het zuiden en het midden van Engeland.

In België komt de plant vrij veel voor in de kalkstreek (Condroz, Fagne en Famenne), alsook plaatselijk in de Gaume. In Nederland is de plant in een hellingbos bij Ubachsberg en op de Sint-Pietersberg (Maastricht]) in het wild gesignaleerd, verder wordt ze als tuinplant gekweekt.

De overwinterende, donkergroene, enigszins leerachtige bladeren zijn handvormig gedeeld in zeven tot elf smalle blaadjes met een gezaagde rand.

De lichtgroene, 2-2,5 cm brede bloemen hebben alleen kelkbladen en geen kroonbladen. Deze hebben vaak een paars/bruine rand. De kroonbladen zijn veranderd in nectariën (honingnapjes), die de vorm hebben van een afgeplatte horen. De bloemen groeien trosvormig. Het bovenste deel van het stammetje is evenals de kleine ongedeelde schutbladen, lichtgroen van kleur. De bloeiperiode loopt van januari tot mei. De vrucht bestaat uit een tot vijf kokervruchten.

Stinkend nieskruid bloeit meestal twee keer, een eerste keer in het vijfde jaar, maar soms al in het tweede jaar. Nieuwe stengels uit de wortelstok bezorgen gewoonlijk een tweede bloei in het volgende jaar. Daarna sterft de plant meestal.

De bloemen worden vooral door bijen bezocht. Deze worden aangetrokken door de voor mensen onaangename geur.

De zaadjes hebben aan een zijde een mierenbroodje waaruit olie komt. De mieren zijn dol op deze olie en slepen hiervoor de zaden mee. Op deze manier vindt de verspreiding van de zaden plaats, soms vele meters ver van de moederplant.

De plant heeft een lichte voorkeur voor een standplaats in de halfschaduw, vaak op kalkhoudende grond.

Alle delen van de plant zijn zwak tot matig giftig, ook de zaden. Het aanwezige helleborin irriteert huid- en slijmvliezen. Reeds door onbeschermd met de zaden om te gaan kan de handhuid irritatie vertonen. Het gif werd vroeger als wormmiddel in de veeartsenijkunde gebruikt.

In de tuin is de plant geschikt voor borders langs een tuinpad, of bij steen. De plant houdt van een kalkrijke en vochthoudende bodem. Als de plant veel zaad zet betekent dit vaak het einde. In de tuin is tijdig snoeien van uitgebloeide bloemen daarom van belang. De plant wordt gewaardeerd als groenblijvende opvulling van de ondergroei.

Helleborus foetidus 'Wester Flisk' is een bekende cultivar, die roodgetinte stengels en bladstelen heeft.

[bewerken | brontekst bewerken]
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Helleborus foetidus op Wikimedia Commons.