[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

Schaafstro: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
sporenaar, onzinnige fouten
generiek deel verplaatsen naar genus of familie
Regel 26: Regel 26:
In juni tot augustus verschijnen er sporenaren op de top van de stengels. De aren zijn tot 2,5 cm lang en als ze rijp zijn verdrogen ze en vallen daarna af. Soms stopt de ontwikkeling van de aar voordat hij helemaal tevoorschijn gekomen is, om pas na de winter volledig uit te groeien. Als de planten in sterke schaduw groeien worden meestal geen aren gevormd. De aar is kegelvormig en bestaat uit zeshoekige schubjes waar aan de binnenkant het [[sporangium]] met de [[spore]]n zich bevinden.
In juni tot augustus verschijnen er sporenaren op de top van de stengels. De aren zijn tot 2,5 cm lang en als ze rijp zijn verdrogen ze en vallen daarna af. Soms stopt de ontwikkeling van de aar voordat hij helemaal tevoorschijn gekomen is, om pas na de winter volledig uit te groeien. Als de planten in sterke schaduw groeien worden meestal geen aren gevormd. De aar is kegelvormig en bestaat uit zeshoekige schubjes waar aan de binnenkant het [[sporangium]] met de [[spore]]n zich bevinden.


De prothallia ontwikkelen zich vooral in [[Pioniersoort|pioniersmilieus]], met name op open vochtig zand.
De sporen hebben bladgroen en twee springdraden (elateren), die in droge toestand om de spore zijn gewikkeld. Wanneer de springdraden opdrogen strekken ze zich en duwen de spore uit de aar. De sporen groeien uit tot [[bladgroen]]houdende [[voorkiem]]en (prothallia). In dit stadium vindt de [[bevruchting]] plaats waarna de het embryo tot een volledige plant kan uitgroeien. De prothallia ontwikkelen zich vooral in pioniersmilieus, met name op open vochtig zand.


De plant komt voor vochtige, matig voedselarme grond in [[loofbos]]sen. Op zandige dijken, langs spoorwegen, in afgravingen en [[duin]]en gaat het vrijwel altijd om de bastaard ''[[Equisetum ×moorei]]''.
De plant komt voor vochtige, matig voedselarme grond in [[loofbos]]sen. Op zandige dijken, langs spoorwegen, in afgravingen en [[duin]]en gaat het vrijwel altijd om de bastaard ''[[Equisetum ×moorei]]''.

Versie van 7 mei 2015 22:40

Schaafstro
Fertiele stengel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Pteropsida
(Varens en paardenstaarten)
Orde:Filicales
Familie:Equisetaceae (Paardenstaartenfamilie)
Geslacht:Equisetum (Paardenstaart)
Soort
Equisetum hyemale
L. (1753)
Stengels
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Schaafstro op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Schaafstro (Equisetum hyemale) of schuurbies is een vaste plant die behoort tot de paardenstaartenfamilie (Equisetaceae). De naam schaafstro is afkomstig van de ruwe stengel, die vroeger gebruikt werd als schuurmiddel. De plant komt van nature voor in Eurazië en Noord-Amerika. De plant wordt ook wel in de siertuin gebruikt.

De plant wordt 40-90 cm hoog en vormt wortelstokken. De zeer ruwe, donkerblauwe of olijfgroene, holle stengel is 3-6 mm dik. De holte is twee derde of meer van de doorsnee van de stengel. De in kransen staande bladeren bestaan uit kleine schubben, waarbij de bladscheden grotendeels met elkaar vergroeid zijn tot een stengelschede. De tot 9 mm lange, grijsgroene stengelscheden omsluiten de stengel zeer stijf. Ze hebben een of twee zwartachtige banden en verdrogen grijswit. De priemvormige, dunvliezige, gekronkelde tanden vallen al vroeg af, waarna de rest van de schede ondiep gekarteld is.

In juni tot augustus verschijnen er sporenaren op de top van de stengels. De aren zijn tot 2,5 cm lang en als ze rijp zijn verdrogen ze en vallen daarna af. Soms stopt de ontwikkeling van de aar voordat hij helemaal tevoorschijn gekomen is, om pas na de winter volledig uit te groeien. Als de planten in sterke schaduw groeien worden meestal geen aren gevormd. De aar is kegelvormig en bestaat uit zeshoekige schubjes waar aan de binnenkant het sporangium met de sporen zich bevinden.

De prothallia ontwikkelen zich vooral in pioniersmilieus, met name op open vochtig zand.

De plant komt voor vochtige, matig voedselarme grond in loofbossen. Op zandige dijken, langs spoorwegen, in afgravingen en duinen gaat het vrijwel altijd om de bastaard Equisetum ×moorei.

gebruik

Tot het in de tweede helft van de 19e eeuw geleidelijk vervangen werd door het industrieel vervaardigde schuurpapier was schaafstro een van de meest gebruikte schuurmiddelen. Rond 1800 heeft in Engeland het idee postgevat dat Schaafstro vanuit Nederland zou worden geïmporteerd[1]. Dit berust op een misverstand dat voortkwam uit het feit dat Schaafstro in het Engels Dutch Rush als soortnaam had. Gewone biezen (Engels: rushes) werden wel met scheepsladingen uit Holland ingevoerd en daarom Dutch rushes (Hollandse biezen) genoemd zonder dat daarmee een soortnaam bedoeld werd[2].

Plantengemeenschap

Schaafstro is een kensoort voor het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion).

Namen in andere talen

  • Duits: Winter-Schachtelhalm
  • Engels: Dutch Rush, Rough Horsetail
  • Amerikaans: Scouring Rush
  • Frans: Prêle d'hiver

niet meer gangbare namen in het Nederlands[3]

  • Kannewasser
  • Lidrus,
  • Ruwe paardestaart
  • Schrijnwerkersbies
  • Schaafgras
  • Spaanse bies
  • Schuurbies

Schuurbies was in de 19e eeuw de meest gebruikelijke naam.

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Equisetum hyemale op Wikimedia Commons.