Arie Rip
Arie Rip (Kethel en Spaland, 13 juni 1941) is een Nederlandse emeritus hoogleraar 'Filosofie van Wetenschap en Techniek'.
Arie Rip | ||
---|---|---|
Rip in 2015
| ||
Persoonlijke gegevens | ||
Geboortedatum | 13 juni 1941 | |
Geboorteplaats | Kethel en Spaland | |
Nationaliteit | Nederlandse | |
Wetenschappelijk werk | ||
Vakgebied | Filosofie/sociologie wetenschap en technologie | |
Universiteit | Universiteit Twente | |
Promotor | prof. dr. C.J.F. Böttcher | |
Alma mater | Universiteit Leiden | |
Soort hoogleraar | emeritus hoogleraar | |
Bekende werken | 'Constructive Technology Assessment' | |
https://people.utwente.nl/a.rip | ||
Dbnl-profiel |
Loopbaan
bewerkenNa zijn studies scheikunde en filosofie werd Rip aangesteld als medewerker aan de Universiteit Leiden, waar hij verantwoordelijk werd voor het vakgebied ‘Wetenschap & Samenleving’. Dit vak werd destijds aan natuurwetenschappelijke opleidingen ingevoerd, onder meer om studenten in aanraking te brengen met vraagstukken van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hij promoveerde in dit vakgebied en werkte vervolgens aan verschillende universiteiten. Van 1987 tot aan zijn emeritaat was hij verbonden aan de Universiteit Twente als hoogleraar op het gebied van wetenschap- en techniekstudies. In 2006 nam Rip formeel afscheid als hoogleraar, maar vervolgde zijn activiteiten als redacteur, projectleider en hoogleraar, met name op het gebied van nieuw opkomende technologie, zoals nanotechnologie.[1][2]
Bijdragen
bewerkenRip heeft een belangrijke rol gespeeld in de vormgeving van het vakgebied wetenschap- en techniekstudies, inhoudelijk en institutioneel. Zo was hij van 1988 tot 1989 president van de internationale Society for Social Studies of Science. Daarnaast was hij van 2000 tot 2005 hoofd van de Nederlandse onderzoeksschool voor Wetenschap, Techniek en Moderne Cultuur (WTMC). WTMC is als zogenoemde 'graduate school' een samenwerkingsverband tussen Nederlandse onderzoekersinstituten die de ontwikkeling van wetenschap, technologie en de samenhang daarvan met de moderne cultuur bestuderen.[3]
Rip heeft veel gepubliceerd op verschillende terreinen binnen de vakgebieden filosofie, geschiedenis en sociologie van wetenschap en techniek en binnen de innovatiestudies.[4] Een van de terreinen waarop Rip actief was betrof Technology Assessment. Hij introduceerde de methode ´Constructive Technology Assessment (CTA)', om samen met betrokkenen de betekenis en voor- en nadelen van een technologie te beoordelen.[5] Ook was hij de grondlegger van de veelvuldig toegepaste zogenaamde Multi Level Perspective op duurzame transities,[6] waarmee wordt uitgelegd hoe met vallen en opstaan kleinschalige innovaties bij groeiende steun en onderlinge verbinding er in kunnen slagen bestaande sociaal-technische regimes te veranderen en hoe grote externe gebeurtenissen daarbij een sleutelrol kunnen vervullen. Voorbeeld van zo'n regime is het fossiele energie-regime waartoe oliemaatschappijen, overheidsinstanties en infrastructuur behoren en daarmee samenhangenede kennis, netwerken, regels en routines. Hij bekleedde naast de reeds genoemde nog verschillende andere functies, zoals hoogleraar aan de University of Stellenbosch in Zuid-Afrika en voorzitter van de Society for the Study of Nanoscience and Emerging Technologies (S-NET) in 2008.[7]
In 2022 ontving Rip voor zijn oeuvre de John Desmond Bernal Prize van de Society for Social Studies of Science (4S)[8], die in de tweede week van december 2022 tijdens een meeting van de Society op de Universidad Iberoamericana Puebla in San Andrés Cholula, Mexico, zal worden uitgereikt.
Belangrijkste publicaties
bewerken- Arie Rip (1977) Wetenschap als mensenwerk, Ambo, ISBN 90 263 0483 8
- Arie Rip (1981) Maatschappelijke Verantwoordelijkheid van Chemici, Dissertatie Leiden University, Leiden
- John Law, Michel Callon, Arie Rip (1986), Mapping the Dynamics of Science and Technology: Sociology of Science in the Real World, Macmillan, Basingstoke, ISBN 978-0-333-37223-4
- Arie Rip (1994) The republic of science in the 1990s, Higher Education, Vol. 28, pp. 3–23
- Arie Rip, Thomas Misa en Johan Schot (eds.) (1995) Managing Technology in Society: The Approach of Constructive Technology Assessment, Pinter, London/New York. ISBN 1-85567-340-1
- Johan Schot en Arie Rip (1996) The past and future of constructive technology assessment, Technological Forecasting and Social Change, Vol 54, pp. 251–268
- Arie Rip (1997) A cognitive approach to the relevance of science, Social Science Information, Vol. 36 (4), pp. 615–640
- Harro van Lente en Arie Rip (1998) The rise of membrane technology: from rhetorics to social reality, Social Studies of Science, Vol. 28 (2), pp. 221–254
- René Kemp, Arie Rip en Johan Schot (2001) Constructing transition paths through the management of niches, In: Garud, R., Karnoe, P. (Eds.), Path Dependence and Creation, pp. 269–302
- Arie Rip (2002) Science for the 21st century. In: Tindemans, P., Alex Verrijn Stuart|Verrijn-Stuart, A., Visser, R. (Eds.), The Future of Science and the Humanities, Amsterdam University Press, Amsterdam, pp 99–148
- ↑ "Ethical discussions concerning nanotechnology are often too futuristic", Nanowerk, May 28, 2009. Gearchiveerd op 2 maart 2021.
- ↑ "Fearing the fear of nanotechnology", Nature, December 9, 2008. Gearchiveerd op 15 augustus 2020.
- ↑ https://www.wtmc.eu/. Gearchiveerd op 18 december 2021.
- ↑ "Nanotech at risk of repeating 'GM food fiasco'". Gearchiveerd op 23 augustus 2017.
- ↑ "Constructive Technology Assessment and Socio-Technical Scenarios", The Yearbook of Nanotechnology in Society: Presenting Futures door Erik Fisher, Cynthia Selin en Jameson M. Wetmore, シュプリンガー・ジャパン株式会社, 2008. Gearchiveerd op 8 januari 2022.
- ↑ Rip, A., & Kemp, R. (1998). Technological change. In S. Rayner, & E. L. Malone (Eds.), Human choice and climate change: Vol. II, Resources and Technology (pp. 327-399). Battelle Press.
- ↑ "New Society for the Study of Nanoscience and Emerging Technologies", Nanowerk, November 25, 2008. Gearchiveerd op 2 maart 2021.
- ↑ "Bernal Prize 2022: Troy Duster and Arie Rip" Gearchiveerd op 2 augustus 2022.