[go: nahoru, domu]

Gereformeerde Kerken vrijgemaakt

protestants kerkgenootschap in Nederland

De Gereformeerde Kerken in Nederland met de toevoeging (vrijgemaakt), ook wel de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) genoemd, vormden tot en met 30 april 2023 een Nederlands kerkgenootschap binnen het gereformeerd protestantisme. Het kerkgenootschap ontstond door de zogeheten Vrijmaking in 1944 uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. Bij dit schisma speelde Klaas Schilder een grote rol. Op 1 mei 2023 fuseerde de kerk met de Nederlands Gereformeerde Kerken tot de Nederlandse Gereformeerde Kerken.

Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
GKv te Schildwolde
GKv te Schildwolde
Indeling
Hoofdstroming Protestantisme
Richting Gereformeerd calvinisme
Voortgekomen uit Geref. Kerken in Ned. in 1944
Afsplitsingen 1967: Ned. Geref. Kerken
2003: Nieuwe Vrijgemaakte Kerken (thans De Gereformeerde Kerken in Nederland (DGK))
2009: Gereformeerde Kerken Nederland
Aard
Locatie 270 kerken in Nederland
Aantal leden 77.303 (1946)[1]
90.658 (1952)[2]
92.383 (1955)[3]

96.809 (1959)[4]
86.451 (1970)[5]
98.606 (1980)[5]
114.120 (1990)[5]
125.048 (2000)[5]
125.970 (2005)[6]
124.260 (2010)[7]
119.406 (2015)[8]
110.347 (1 okt. 2020)[9]

Portaal  Portaalicoon   Christendom
Protestantisme

Titelpagina Statenvertaling

in Nederland

..Stromingen

Lutheranisme
Lutheranisme
Vrijzinnig protestantisme
Vrijzinnig protestantisme
Midden-orthodoxie
Protestantse Kerk in Nederland
Modern-gereformeerd
Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland
Orthodox-protestantisme
Calvinisme
Gereformeerd protestantisme
Orthodox-protestantisme
Orthodox-gereformeerd
Orthodox-gereformeerden
Bevindelijk gereformeerden
Bevindelijk gereformeerden
Evangelisch

Evangelisch christendom

Geschiedenis

bewerken

De voorgeschiedenis van de Vrijmaking in 1944 valt samen met de theologische arbeid van Prof. dr. Klaas Schilder (1890-1952). Schilder had kritiek op leerstellingen van dr. Abraham Kuyper. Aanleiding voor de scheuring was het bindend verklaren van uitspraken van de Synode Sneek-Utrecht (1942). Dit was in strijd met artikel 31 (de mogelijkheid van beroep)[10] van de Dordtse Kerkorde. Het waren besluiten ten aanzien van leergeschillen die geconstateerd waren, met name de uitspraak waarin de opvatting van de veronderstelde wedergeboorte verdedigd werd: "het zaad des verbonds moet gehouden worden voor wedergeboren en in Christus geheiligd, totdat bij het opwassen uit hun wandel of leer het tegendeel blijkt". Van kandidaten en ambtsdragers werd verwacht hiermee in te stemmen. Degenen die problemen hadden met de besluiten maar ze toch moesten aanvaarden voelden dit als "een juk". Omdat Schilder zich opwierp als bestrijder van de synodale besluiten werd hij geschorst en later afgezet als hoogleraar en als emeritus predikant van Rotterdam-Delfshaven. Om dezelfde reden werd ook Prof. dr. S. Greijdanus geschorst.

Op 11 augustus 1944 kwam men onder leiding van ds. H. Knoop (1891-1974) bijeen in de grote Vrijmakingsvergadering in de Evangelisch Lutherse Kerk aan de Burgwal in Den Haag. Constaterende "dat in onze kerken een verkeerde leer en praktijk aan het woord zijn gekomen in zake kerkrecht en kerkregering door het binden in de ambtelijke dienst aan uitspraken, die niet conform de Schrift zijn". Ds. Knoop was bevriend met Schilder en had tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen gezeten in het concentratiekamp Dachau. Behalve ds. Knoop sprak tijdens deze vergadering ook ds. D. van Dijk (1887-1985). Hierna werd de Acte van Vrijmaking en Wederkeer door Schilder voorgelezen en gecrediteerd. De Acte werd ondertekend door predikanten en kerkenraden die verklaarden de synodebesluiten "niet voor vast en bondig te houden". Ongeveer 50 kerken waren bij de vrijmaking betrokken en er volgden er spoedig meer.

Omdat de kerken die zich afgescheiden hadden de mening deelden dat zij de wettige voortzetting waren van de Gereformeerde Kerken in Nederland bleven zij deze naam voeren. Ter onderscheiding voegde het nieuwe kerkverband tussen haakjes "(onderhoudende artikel 31 DKO)" aan de naam toe. Zo kwam de naam "artikel 31-ers"in gebruik. Het bijvoeglijk naamwoord ‘vrijgemaakt’, is ontleend aan de Acte van vrijmaking of wederkeer, het document dat aan de basis lag van de afsplitsing in 1944. Later is het kerkgenootschap bekend geworden als de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Er kwam een nieuwe Theologische hogeschool in Kampen waar Greydanus en Schilder doceerden. In 1945 werden benoemd tot docent de predikanten P. Deddens, B. Holwerda, C. Veenhof. De theologische universiteit van de vrijgemaakten in Kampen werd aangeduid als de Theologische Universiteit Kampen (Broederweg).

Theologische positie

bewerken

De gereformeerd-vrijgemaakten hielden vast aan het gezag van de Bijbel als zijnde het door God geïnspireerde Woord en de leer zoals samengevat in de algemeen christelijke en gereformeerde belijdenisgeschriften de (Drie Formulieren van Enigheid): de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. De eerste decennia van de eenentwintigste eeuw werd het kerkverband gekenmerkt door grote verscheidenheid en een sterke progressieve stroming. Ook kwam het kerkverband onder invloed te staan van de evangelische beweging qua vormgeving en liturgie.

Visie op verbond en beloften

bewerken

Aanvankelijk stonden de vrijgemaakten pal voor de gereformeerde belijdenis, maar in de richting van de bevindelijk-gereformeerden maakten zij het verwijt van "valse mystiek" en "gebrek aan het rechte zicht op Gods verbond". Ds. D. van Dijk toonde zich een felle tegenstander van de z.g. 'kenmerkenprediking' of 'onderscheidenlijke' (separerende) prediking. Deze prediking kwam destijds ook voor in de Gereformeerde Kerken in Nederland en was volgens ds. Van Dijk een erfenis van predikanten en voorgangers uit de tijd van de Afscheiding (1834-1869). Deze piëtistische prediking riep voortdurend op tot zelfonderzoek en leidde tot twijfel en onzekerheid over het heil. De gemeente moest als 'gelovige gemeente' aangesproken worden. De vastheid ligt in Gods verbond en beloften en die zijn voor alle gelovigen met hun zaad. De bevindelijk-gereformeerden verweerden zich tegen deze voorstelling en verweten de vrijgemaakten 'verbondsmethodisme.' Kind van het verbond door de doop wil nog niet zeggen dat alle beloften van God daadwerkelijk aan zijn toegepast, stelden zij. Nodig is bekering en wedergeboorte en daaraan zijn bepaalde geloofskenmerken verbonden die in de prediking juist wel aan de orde moeten komen. Ds. Van Dijk bleef echter bij zijn standpunt. Volgens hem zegt God tegen elke dopeling: "Gij zijt mijn kind". Het gaat om de geloofsgehoorzaamheid van de mens.

Reformatorische Beweging

bewerken

Aan het begin van de jaren dertig had zich rondom het blad De Reformatie een groep theologen gevormd die zich geïnspireerd voelden door het gedachtegoed van Prof. K. Schilder. Schilder die op 19 december 1890 in Kampen geboren werd als zoon van de sigarenmaker Johannes Schilder en diens Grietje Leydekker studeerde aan de Theologische School in Kampen. Zijn eerste gemeente werd Ambt-Vollenhove. Hierna stond hij in Vlaardingen, Gorinchem, Delft en Oegstgeest. In 1928 werd Schilder predikant te Rotterdam-Delfshaven. Zijn kerkenraad stelde hem door studieverlof in de gelegenheid in 1933 te promoveren in Erlangen (Duitsland) tot doctor in de filosofie.

Als theoloog zette Schilder zich af tegen de denksystemen van Kuyper die een beklemmende werking hadden op de Gereformeerde Kerken. Schilder wilde een fris orthodox-gereformeerd tegengeluid laten horen. Schilder zette zich ook af tegen het gedachtegoed van de Duitse theoloog Karl Barth (1886-1986) dat de eerste decennia van de twintigste eeuw in Nederland aan invloed won. Bij de opkomst van het Nationaalsocialisme betoonde Schilder zich activistisch. Schilder nam geen blad voor de mond in tegenstelling tot andere predikanten die de Duitse bezetters accepteerden als een oordeel van God. De Reformatie won in deze periode aan populariteit maar in augustus 1940 werd het blad verboden door de Duitse bezetters.

Schilder voelde zich verbonden aan de Afscheiding van 1834 en nam het vraagstuk van de kerk naar artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis serieus. Rond 1918 zette Schilder zich als jong predikant in Vlaardingen in voor vereniging van de verschillende gereformeerde gezindten. In de eerste plaats gold dat de samensmelting van de A-groep (oud-afgescheidenen) en B-groep (oud-dolerenden) binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland. Schilder vond dat de verschillende gereformeerde gezindten samen behoren te gaan op grond van het bevel van Christus in Johannes 17, mits passend binnen de band Drie formulieren van Enigheid. Persoonlijke voorkeuren en sfeerverschillen zijn van ondergeschikt belang. Schilder waarschuwde voor de in zijn ogen valse tegenstelling, die veelal wordt gemaakt, tussen de kerk in de hemel en de kerk op aarde. Alle idealen en verlangens met betrekking tot de kerk worden getransporteerd naar de toekomst van Christus. De toestand van de kerk hier beneden in het heden wordt van weinig waarde geacht. Schilder wees erop dat de kerk het lichaam van Christus is en alles bevat: hemel en aarde, levenden en doden en hen die nog geboren moeten worden. Wie over de kerk spreken wil, moet dit doen vanuit het oogpunt van de eenheid van het lichaam van Christus.[11] Vanuit dit standpunt ontwikkelde Schilder een idealistische beschouwing op de kerkelijke gemeente.

De verschillende opvattingen rondom dit onderwerp lagen reeds in de boezem van de Afscheiding van 1834. De lijn van dr. A. Kuyper (1837-1920) had raakvlakken met de visie van de afgescheiden predikant H. P. Scholte (1806-1868). Op synode van 1837 in Utrecht werd het standpunt van Scholte aanvaard: "dat al de leden, die op belijdenis des geloofs zijn aangenomen, ook voor ware begenadigden moeten gehouden worden, zonder dat het geoorloofd was, daaraan te twijfelen" en ook: "dat niemand als lid moest aangenomen, dan die van zichzelven geloofde en daarvan getuigenis aflegde, begenadigd te zijn". De Reformatorische Beweging rond Schilder voelde verwantschap met de verbondsleer van A. Brummelkamp (1811-1888). De predikant van Ulrum H. De Cock (1801-1842) deelde het standpunt van ds. Scholte niet. Ds. Gezelle Meerburg (1806-1855) bewoog zich in de lijn van De Cock. Al direct na de vereniging van 1892 werden de verschillende visies onderdeel van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Een kleine groep die weigerden mee te gaan vormden de Christelijke Gereformeerde Kerk. Anderen bleven doorstrijden. De synode van 1905 deed een poging tot een compromis. De Reformatorische Beweging kon zich niet vinden in de leer van de veronderstelde wedergeboorte. Hun motivatie hierbij was dat de concentratie op geloofskenmerken en zelfonderzoek alsnog een rol konden gaan spelen. De veronderstelde wedergeboorte beschouwde men als een 'speculatieve afwijking' uit de tijd van de Doleantie (1886). De nadruk moest gelegd worden op het geloven in de beloften van God. In de kerkelijke praktijk werd het afleggen van geloofsbelijdenis direct verbonden aan de deelname aan het heilig avondmaal. Avondmaalsmijding werd geassocieerd met geloofsongehoorzaamheid. In Zeeland keerde de onderwijzer A. Janse zich tegen het 'gereformeerd mysticisme' zoals hij dat in zijn omgeving in Biggekerke (Zeeland) naar zijn mening waarnam onder leden van de Gereformeerde Gemeenten.

Nadat in 1944 de GKv waren ontstaan kon in juni 1945 De Reformatie weer verschijnen. Na het overlijden van Schilder was de redactie van het blad De Reformatie in handen van o.a. de hoogleraren D. Deddens, H.J. Jager en C. Veenhof, J. Kamphuis en de predikant H. Knoop.

Vrijgemaakte zuil

bewerken
 
Prof. dr. K. Schilder was de geestelijke vader van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt

De vrijgemaakten isoleerden zich aanvankelijk van andere orthodox-gereformeerde kerken. Dit isolement en het oprichten van allerlei eigen organisaties (politieke partij, krant en scholen) ging zo ver dat dit leidde tot een eigen vrijgemaakte zuil.[12] Lange tijd was het lidmaatschap van het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) voorbehouden aan leden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. In 1992 werd het toelatingsbeleid van het GPV ruimer en in 2000 vond een fusie plaats met de Reformatorische Politieke Federatie (RPF) tot de ChristenUnie.

Als spreekbuis van de kerk gold lange tijd het Nederlands Dagblad. Dit was opgericht in 1944 als half illegaal blad onder de naam Reformatie Stemmen. Na de oorlog werd het een weekblad onder de titel De vrije kerk, vanaf 1948 het Gereformeerd gezinsblad. In 1959 werd dit een dagblad, sinds eind 1967 onder de naam Nederlands Dagblad. Tot 1974 was Piet Jongeling redacteur. Jongeling was ook jarenlang voorman van het GPV en schrijver van kinderboeken. De band met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, in de zin dat redacteuren belijdend lid moesten zijn van een van die kerken, werd in 1992 losgelaten.

Er ontstonden tussen de 100 en 150 scholen met een van origine gereformeerd-vrijgemaakte signatuur, dat wil zeggen verbonden aan de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Later werden deze scholen doorgaans ook opengesteld voor niet-vrijgemaakten. Het ging om met name basisscholen (124) speciale scholen (4) scholen voor voortgezet onderwijs (4) en een school voor speciaal voortgezet onderwijs. Scholen met een oorspronkelijke vrijgemaakte signatuur zijn: het Gomarus College, het Greijdanus, de GSG Guido de Brès en de GSR.

In alle universiteitssteden (met uitzondering van Amsterdam, Maastricht en Eindhoven) zijn studentenverenigingen die van origine een gereformeerd-vrijgemaakte signatuur hebben. Deze van oudsher vrijgemaakte verenigingen zijn verenigd in de VGS-Nederland. Rond 1970 begonnen er ook verschillende HBO studenten verenigingen te ontstaan. Deze zijn verenigd in de HBO Landelijk Overkoepelend Overleg orGaan.

De vrijgemaakt-gereformeerden richtte ook een eigen vakbond op het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (nu CGMV).

Vanaf 1968 was er een Gereformeerde Omroepvereniging (GOV) die namens de vrijgemaakten landelijke zendtijd nastreefde. Sommige predikanten werkten mee aan programma’s van de Evangelische Omroep (EO).

 
Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Hoek

In het buitenland ontstond de De Vrye Gereformeerde Kerke in Suid-Afrika opgericht door Nederlandse emigranten, afkomstig uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Dit kerkverband heeft vijf gemeenten met in totaal circa 1200 leden. Momenteel zijn vijf predikanten en vier zendelingen in actieve dienst. Omdat het kerkverband klein is, worden er geen classisvergaderingen gehouden, maar komen de kerken elke twee jaar in een synode bijeen. Door zendingsactiviteiten zijn op Nieuw-Guinea verschillende zendingskerken ontstaan. Deze werken samen als Gereja-Gereja Reformasi di Indonesia Papua, een kerkverband met circa 8.000 leden. De Evangelisch-reformierte Kirche Westminster Bekenntnisses in Oostenrijk werd gesteund door de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.

 
Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Enumatil
 
Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Katwijk, januari 2014

Periode vanaf 1965

bewerken

Scheuring 1967

bewerken

Geleidelijk begon zich een richtingenstrijd af te tekenen tussen een meer strikt-dogmatische stroming in de lijn van Schilder en een vrijere stroming die minder gebonden wilde zijn aan de Drie Formulieren van Enigheid. Deze laatste groep positioneerde zich rondom het blad Opbouw. De verdere ontwikkeling van deze stromingen zouden in 1967 leidden tot een kerkscheuring waardoor de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstonden.[13] De directe aanleiding voor het ontstaan van dit laatste kerkverband was dat gemeenteleden, predikanten en zelfs hele gemeenten uit het kerkverband werden gezet.

 
Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Broek op Langedijk

Jochem Douma

bewerken

In de jaren zeventig werd de meer strikt-dogmatische stroming vertegenwoordigd door Prof. dr. J. Douma. Douma kreeg binnen de brede gereformeerde gezindte betekenis als ethicus.

Ontzuiling

bewerken

In de laatste decennia van de twintigste eeuw gaven de vrijgemaakten de zuil meer de vrije hand. De synode van Heemse sprak in 1985 unaniem uit: …de kerk in Nederland en daarbuiten heeft zich nooit in zichzelf opgesloten in de gedachte dat buiten haar grenzen geen reformatorisch werk uit kracht van Gods genade zou zijn op te merken… (Acta van deze synode, bijlage B3, hoofdstuk II, artikel 3.5.5). Volgens Prof. C. Trimp is het nooit de bedoeling geweest de GKv te beschouwen als de enige ware gereformeerde kerk in Nederland, maar hadden zij wel de intentie "dat alle ware Christgelovigen één behoorden te zijn". "Het schandaal van de verdeelde situatie mogen wij niet afdekken met mooie woorden als 'pluriformiteit' of 'pluraliteit'. Wanneer in één plaats kinderen van God zich iedere zondag in allerlei richting ter kerke begeven en elkanders wegen kruisen, dan is dat een gruwelijke zaak. Een zaak waarmee wij de Heilige Geest bedroe­ven. Niets is meer vanzelfsprekend dan dat deze eenheid ook zichtbaar en institutair wordt gepresenteerd voor de ogen van God en de mensen".

Vrijgemaakten gingen meer samenwerken met christenen uit andere orthodox-protestantse kerken en exclusief vrijgemaakte organisaties werden voor andere orthodox-protestantse christenen opengesteld.

Vanaf de jaren 1990 zijn samenwerkingsgemeenten met de Christelijke Gereformeerde Kerken en met de Nederlands Gereformeerde Kerken tot stand gekomen. Op enkele plaatsen heeft dit geleid tot fusie van gemeenten. In Enkhuizen, Harlingen, Nijmegen, Sneek, Surhuisterveen, Veendam, Woerden, Doesburg en Stadskanaal zijn de CGK en GKv één geworden. In Zaandam en Zoetermeer bestaat een fusiegemeente van NGK en GKv. In Deventer, Hengelo en Lisse is een samenwerkingsgemeente ontstaan waarin de GKv met zowel de NGK als de CGK is gefuseerd tot één plaatselijke gemeente.

Progressieve stroming

bewerken

Met name de eerste decennia van de eenentwintigste eeuw kreeg een progressieve stroming sterk de overhand binnen de Gkv. De progressieven omarmden ruimere opvattingen ten aanzien van ‘de vrouw in het ambt’, ‘schepping door evolutie’ en 'acceptatie van homoseksuele relaties'. Theologen droegen bij aan een andere manier van lezen van de Bijbel. De schrijfstijl van het Nederlands dagblad kon in toenemende mate als modern-gereformeerd worden aangeduid. Uitgangspunt is dat zij van mening zijn dat de Bijbel de cultuur min of meer voor lief neemt (bijvoorbeeld de onderdrukte positie van de vrouw). Het gaat erom binnen de cultuur die veranderlijk is de diepere waarden van het christelijk geloof steeds weer vorm te geven. De progressieven zoeken een synthese tussen de opvattingen van de moderne samenleving, de resultaten van de wetenschap en de christelijke geloofsleer. Behalve weerstand te kunnen bieden aan de progressieve stroming bleken de kerken ook niet opgewassen te zijn tegen de ontwikkelingen binnen de evangelische beweging. In tegenstelling tot de traditionele kerken wonnen veel evangelische kerken in deze periode aan populariteit door de uitstraling van 'eigentijds en modern'.

In juni 2017 besloot de synode van Meppel dat de ambten predikant, ouderling en diaken, voor vrouwen opengesteld zijn.[14][15] Kort na de genomen besluiten waren er al meerdere vrouwelijke voorgangers beschikbaar om in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zondags te preken.[16] Het besluit opende de weg naar fusiebesprekingen met de Nederlands Gereformeerde Kerken, waar vrouwen al langer werden toegelaten tot het ambt. Tegelijk was het gevolg dat het kerkverband in 2017 werd geschorst en in oktober 2022 definitief geroyeerd als lid van het International Conference of Reformed Churches (ICRC). Ook verschillende buitenlandse zusterkerken namen afstand van het kerkverband. Behalve de toenemende interesse voor nieuwe progressieve denkbeelden nam het animo voor het bijwonen van een tweede zondagse dienst in gelijke tred terug. De catechismusprediking verdween in vrijwel het gehele kerkverband.[16]

Individueel stapten leden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt over naar de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Protestantse Kerk in Nederland en in een enkel geval ook naar de Hersteld Hervormde Kerk. Per 1 oktober 2009 bestonden de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt uit 277 gemeentes met in totaal 124.260 leden, 350 minder dan in 2008. Sinds 2003 nam het aantal leden jaarlijks af met enkele honderden per jaar. In 2015 verloor de kerk voor het tweede jaar op rij meer dan 1000 leden. De kerk verloor 1017 leden en daarmee kwam het ledental op een totaal van 119.406.[8] De jaren daarna nam het ledental af tot 112.593 leden in 2020.[17]

Front van bezwaarden

bewerken

Binnen de GKv werd een front van bezwaarden gevormd die streden voor de traditionele standpunten. Een recente publicatie die inging op de problematiek rondom de nieuwe hermeneutische inzichten is Het Woord in geding waaraan behalve auteurs afkomstig uit de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt (ds. H.J. Room (emeritus-predikant), dr. R. te Velde, dr. B. van Egmond, ds. J. Wesseling, prof. dr. F. van der Pol) ook andere theologen hun visie gaven zoals prof. dr. H. van de Belt, hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit en predikant binnen de Protestantse Kerk Nederland en dr. G.A. van den Brink, emerituspredikant binnen de Hersteld Hervormde Kerk en docent filosofie en kerkgeschiedenis aan de TUA.

Inmiddels zijn er twee kleine kerkverbanden ontstaan voortkomend uit de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt die de gereformeerde belijdenis niet ter discussie willen stellen. In 2003 leidde verontrusting over de koers van deze kerken tot een afsplitsing die zichzelf de Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld) noemt, maar meestal de 'Nieuwe Vrijgemaakten' worden genoemd. In 2009 ontstond vanuit de vrijgemaakten en deze afsplitsing een nieuwe afsplitsing, die Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) wordt genoemd. Prof. dr. F. van der Pol, emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis aan de vrijgemaakt gereformeerde Theologische Universiteit Kampen sloot zich aan bij de GKN.

Kerkfusie
bewerken

Voor hen die binnen het kerkgenootschap bleven maar zich niet konden verenigen met de verschuivingen was de vraag wat men moest doen bij de kerkfusie van 1 mei 2023. Een aantal gemeenten zou (bijna) geheel afhaken. De 'Kerngroep bezinning GKv actief' werd opgericht om leden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt toerusting en leiding te bieden. Op 1 mei 2023 hebben de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt samen met de Nederlands Gereformeerde Kerken een nieuw kerkverband gevormd, de Nederlandse Gereformeerde Kerken. De nieuwe kerkorde die door dit laatste kerkverband is aangenomen weerspiegelt de veranderingen en geeft de plaatselijke gemeenten veel vrijheid daar in mee te gaan. Alle ambten zijn voor de vrouw opengesteld en in meerdere gemeenten is ruimte voor homoseksuele relaties. Er klinken stemmen om evenals in de PKN het kerkordelijk mogelijk te maken deze relaties een kerkelijke zegen te geven.[18]

Bekende leden

bewerken

Uit de geschiedenis van de GKv

bewerken
  • Saekle Greijdanus (1871-1948), theoloog (hoogleraar)
  • Douwe van Dijk (1887-1985) Geboren op 17 december 1887. Predikant in Knijp (1913), Uithuizen (1917), Groningen (1920). Emeritus 1 september 1960. Speelde een belangrijke rol bij de vrijmaking. Ds. Van Dijk was diverse malen praeses van de synode en vanaf 1944 president-curator van de Theologische Hogeschool te Kampen. Van zijn hand verschenen verschillende boeken. Ook heeft hij veel gepubliceerd in het blad De Reformatie.
  • Karel van Spronsen (1897-1979), schrijver (vnl. onder het pseudoniem Rudolf van Reest), publicist, literator
  • Klaas Schilder (1890-1952), theoloog (hoogleraar)
  • Pieter Deddens (1891-1958), predikant, theoloog en kerkhistoricus (hoogleraar)
  • Hermanus Knoop (1891-1974) Predikant, die de Vrijmakingsvergadering leidde op 11 augustus 1944 in Den Haag. Kort daarvoor zat ds. Knoop gevangen in concentratiekamp Dachau.[19][20]
  • Benne Holwerda (1909-1952), theoloog (hoogleraar)
  • Piet Jongeling (1909-1985), journalist, kinderboekenschrijver en politicus (GPV)
  • Bart Verbrugh (1916-2003), scheikundige en politicus (GPV)
  • Jaap Kamphuis (1921-2011), theoloog (hoogleraar)
  • Detmer Deddens (1923-2009), predikant, theoloog en kerkhistoricus (hoogleraar)
  • Jan van der Jagt (1924-2001), architect en politicus (GPV)
  • Karel Deddens (1924-2005), predikant, theoloog en zendeling (hoogleraar)
  • Prof. dr. C. Trimp (1926-2012)
  • Gert Schutte (1939-2022), oud-politicus (GPV)

Kerkelijke context

bewerken

Ex-leden

bewerken
  • Wil Albeda (1925-2014), econoom, vakbondsbestuurder en politicus (overgestapt naar de Gereformeerde Kerken in Nederland, oud-hoogleraar, oud-minister, ARP, CDA)
  • Ed Anker (1978), politicus (GPV, ChristenUnie) (overgestapt naar een evangelische kerk)
  • Jochem Douma (1931-2020), theoloog (oud-hoogleraar) (overgestapt naar de Gereformeerde Kerken Nederland)
  • Gretta Duisenberg (1942), politiek activiste (voorzitter initiatiefgroep Stop de Bezetting)
  • Bob Goudzwaard (1934-2024), econoom en oud-politicus (ARP, CDA, EVP, Tweede Kamerlid)
  • Johannes Hoorn (1949-2013), predikant (in 1985 afgezet door de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt te Grootegast)
  • Joram van Klaveren (1979), politicus (PVV, VNL) (bekeerd tot de islam)
  • Klaas Jan Mulder (1930-2008), organist, pianist en dirigent (overgestapt naar de Nederlands Gereformeerde Kerken)
  • Hilbrand Nawijn (1948), advocaat, politicus (ARP, CDA, LPF, Lijst Hilbrand Nawijn, Partij voor Nederland, minister van Vreemdelingenzaken en Integratie)
  • Berend Schoep (1928-2007), predikant (overgestapt naar de Gereformeerde Kerken in Nederland)
  • Reinier Sonneveld (1978), theoloog en publicist (overgestapt naar een huiskerk in Utrecht)
  • Henk Vredeling (1924-2007), landbouwkundige en politicus (PvdA, minister van Defensie)
  • Bert de Vries (1938), oud-politicus (ARP, CDA, fractievoorzitter en minister van Sociale Zaken) (overgestapt naar de Nederlands Gereformeerde Kerken)
  • Cornelis van der Waal (1919-1980), theoloog en predikant (verbleef later in Zuid-Afrika en scheidde daar af)

Literatuur

bewerken

Historisch

bewerken
  • Does, J.C. van der, De Afscheiding in haar wording en beginperiode (1933)
  • Algra, H. Het wonder van de negentiende eeuw. Van Vrije Kerken en kleine luyden, (Franeker, 1965)
  • Bouwman, H., De crisis der jeugd. Enige bladzijden uit de geschiedenis van de kerken der Afscheiding. (z.j.) [heruitgave Kampen, 1976]
  • Douma, J., J.P. de Vries, P. Jongeling, Het vuur blijft branden, geschiedenis van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Nederland,1944-1979 (Kampen, 1979),
  • Praamsma De kerk van alle tijden. Verkenningen in het landschap van de kerkgeschiedenis deel III en IV (1980)
  • Cock, H. de, Verzamelde Geschriften 2 delen Voorwoord D. Deddens en W. van 't Spijker - Deze uitgave werd financieel gesteund door de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland, De Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt), de Theologische Hogeschool van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika - (1984)
  • Zwaag, W. van der, Om de schat van Christus' bruid. Vaderlandse kerkgeschiedenis sinds Réveil en Afscheiding (1984)
  • Rasker, A.J., De Nederlandse Hervormde Kerk vanaf 1795. Geschiedenis, theologische ontwikkelingen en de verhouding tot haar zusterkerken in de negentiende en twintigste eeuw (1986)
  • Bakker, W. e.a. (red.) De Doleantie van 1886 en haar geschiedenis (1986)
  • Wolthuis, L.J. e.a. (red.) De Vereniging van 1892 en haar geschiedenis (1992)
  • Deddens, D., M. te Velde, Vrijmaking – Wederkeer: vijftig jaar vrijmaking in beeld gebracht, 1944-1994 (Barneveld, 1994)
  • Douma, J. Hoe gaan wij nu verder? (Kampen, 2001)
  • Kuiper, R., W. Bouwman, Vuur en vlam. Aspecten van het vrijgemaakt-gereformeerde leven, 1944-1969 (2004)
  • Golverdingen, M., Kleine geschiedenis van de gereformeerde gezindte (Heerenveen, 2006)
  • Boer, Erik de, Geranne Tamminga, Dolf de Velde (red). Gereformeerde theologie stroomopwaarts, terugkijken op 75 jaar vrijmaking (2021)

Archieven

bewerken

De archieven van de GKv zijn of worden overgebracht naar het Archief- en Documentatiecentrum van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (ADC) te Kampen en zijn, voor zover openbaar, daar te raadplegen.[21]

bewerken