[go: nahoru, domu]

Abraham Vereul

Nederlands politicus
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AGL (overleg | bijdragen) op 21 okt 2011 om 20:52. (cat)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Abraham Vereul (Paramaribo, 1770 – Amsterdam, 1817) was een Nederlands staatsman en dichter.

De oorsprong van de familie Vereul ligt in Rouen in Frankrijk. De familie was Hugenoot en moest, zoals vele Fransen, vluchten na het intrekken van het Edict van Nantes. Zijn overgrootvader, Abraham ( - 1734), kwam in 1714 in Suriname aan en trouwde daar in 1716 met Elizabeth Felix. Zij kregen twee zonen; Jean (1719-1749) en Pierre (1721). Jean trouwde met Sara Lemmers. Zij kregen twee kinderen: Nicolaas Jean en Abraham. Jean was de stichter van de plantage Vriendsbeleid. In naam van zijn zoon Abraham stichte hij ook de naastgelegen plantage Ouderzorg. Beide plantages werden als snel samengevoegd tot Vriendsbeleid en Ouderzorg. Sara Lemmers legde in 1745 de plantage Wederzorg aan.

Abraham trouwde in 1766 met Maria Sara Benelle. Nicolaas Jean trouwde een jaar later met Johanna Benelle. Uit het laatste huwelijk van kwamen vier kinderen. Abraham (1770), Sara Clasina(1772), Nicolaas Jean jr. (1774) en Paulina Johanna (1776).

Nicolaas Jean en zijn familie vertrokken in 1773 naar Nederland en gingen wonen in Gouda. Abraham studeerde later rechten in Leiden en vestigde zich in Amsterdam als advocaat. Later werd hij directeur en daarna president van de Sociëteit van Suriname. In 1795 werd de Sociëteit opgeheven en vervangen door het Committé tot de zaken van de Coloniën en Bezittingen op de kust van Guinea en in America. Vereul werd tot president benoemd. Een van zijn eerste daden was het belonen van gouverneur Jurriaan François de Friderici wegens zijn grote plichtsgetrouwheid. Hij werd meerdere keren lid van de gemeenteraad van Amsterdam. Zijn laatste functie was burgemeester van Amsterdam. In 1811 begroet hij keizer Napoleon bij zijn intocht in Amsterdam.

Als dichter genoot hij grote bekendheid. In al zijn werk overheerst een gevoel voor liefde, geloof, vriendschap, vaderlandsliefde en vrijheid.

Werken

  • Proeve van Poëtische brieven, Gouda 1787
  • Redevoeringen over Janus Donza en over Jacobus Bellamy, Amsterdam 1791
  • De invloed van een vast geloof aan de Voorzienigheid, in 1789 in Leiden bekroond
  • De lof der naarstigheid, in 1790 in Amsterdam bekroond
  • De onschuld, in 1791 in Amsterdam bekroond
  • Kleine dichterlijke handschriften, gedichtenbundel
  • De zege der oude liefde Opgevoerd in 1811 in Paramaribo door de toneelvereniging De Verreezene Phoenix

[bron?]