[go: nahoru, domu]

Veldcapaciteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
[[Bestand:Wrc.svg|thumb|270px|[[Waterspanning]]scurve van [[zand]] (Ss), [[silt]] (Uu), siltige [[leem]] (Lu) en [[klei]] (Tt). Relatie tussen watergehalte uitgedrukt in cm<sup>3</sup> per cm<sup>3</sup> grond en bodemwaterpotentiaal in [[hPa]].]]
De '''veldcapaciteit''', afgekort als '''VC''', is de hoeveelheid water, die een verzadigde [[bodem]] na 2 à 3 dagen tegen de [[zwaartekracht]] in nog kan vasthouden. De veldcapaciteit wordt in bodems in [[MiddenCentraal-Europa]] meestal tegenin het eind van de [[winter]] (maart/april) bereikt.
 
DeIn het bijzonder speelt de veldcapaciteit iseen belangrijke rol in de [[Akkerbouw|akker-]], [[Tuinbouw|tuin-]] en [[bosbouw]] vanin belang inhet verband met de waterverzorging van het [[gewas]]. Deze bepaalt de beschikbaarheid voor de plant van in water oplosbare [[voedingsstof]]fen, de [[uitspoeling]] van voedingsstoffen en de [[beregening]].
 
Omdat de [[Drainage|ontwatering]] van een bodem sterk afhankelijk is van onder andere de gelaagdheid van de bodem, is er een laboratoriumtechniek ontwikkeld voor het vaststellen van de veldcapaciteit bij bodems die niet door het [[grondwater]] beïnvloed worden. Aan ongeroerde grondmonsters wordt in het [[laboratorium]] een waterkolom van 100&nbsp;cm gehangen en na ongeveer een week wordt het vochtgehalte van de grondmonsters bepaald. Hiervoor worden de monsters gedurende 24 uur gedroogd bij 105&nbsp;°C. De veldcapaciteit is dan de hoeveelheid water bij een bodemwaterspanning van 1,8 (zand) - 2,5 (klei) pF. De [[pF-waarde|pF]] is de [[logaritme]] met grondtal 10 van de [[zuigspanning]] uitgedrukt in cm water (bij een zuigspanning van 100&nbsp;cm water is de pF 2 of 0,1 [[Atmosfeer (eenheid)|atm]]).
 
Als de veldcapaciteit bereikt is, is de bodem nog niet geheel met water verzadigd. In de grote en middelgrote [[Poriënvolume|poriën]] zit nog lucht. Bij neerslag kan de bodem dus meer water bevatten dan bij veldcapaciteit. De veldcapaciteit is afhankelijk van de verdeling van de poriëngrootte. Poriën met een doorsnede groter dan 10 [[µm]] kunnen via [[capillaire werking]] geen water vasthouden. Het water in poriën kleiner dan 0,2&nbsp;µm is niet voor planten beschikbaar, omdat de [[adhesie]] te sterk is.
 
Het deel van de VC dat voor [[Wortel (plant)|plantenwortels]] beschikbaar is, is de beschikbare veldcapaciteit (bVC) vaak bodemwatervoorraad genoemd. (NB = het niet beschikbare water in poriën kleiner dan< 0,2&nbsp;µm)
:<math>bVC=VC-NB</math>.
De waarde wordt of als procentueel aandeel van het volume [Vol.-%] weergegeven of betrokken op een bepaalde bodemdikte [mm/dm].