[go: nahoru, domu]

  • be·vin·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevinden
bevond
bevonden
klasse 3 volledig

bevinden

  1. overgankelijk na waarneming tot de slotsom komen, constateren
    • Dit certifikaat moet bevestigen dat de dieren bij het laden, onderzocht werden en gezond bevonden werden.[1] 
  2. wederkerend zich ~: op een bepaalde plaats zijn, aanwezig zijn, zich ophouden
    • Zij allen sliepen samen in één kamer, waarin hun bedden zich zij aan zij bevonden.[2] 
     Guthook is een interactieve kaart van de PCT die via gps precies aangeeft waar je je bevindt.[3]
  3. wederkerend zich ~: in de genoemde toestand zijn b.v. zich voelen
     ‘Mensen die regelmatig de site bezoeken bevinden zich in een proces, Chantal.[4]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. Veterinaire gezondheidsovereenkomst tussen het koninkrijk België en de de volksrepubliek Bulgarije. 1967
  2. De twaalf dansende prinsessen, een sprookje.
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia 
  4. All-inclusive” op Wikipedia  (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia , ISBN 90-229-9182-2
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be