[go: nahoru, domu]


 
Bengaalse tijger (Panthera tigris tigris)
  • (IPA in voorbereiding)
  • kat·ach·ti·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord katachtigen
verkleinwoord

de katachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord katachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (roofdieren) Felidae op Wikispecies  een familie van sterk gespecialiseerde landroofdieren. Ze zijn een van de meest uitgesproken vleeseters van de orde der Carnivora, naast de drie families zeeroofdieren
    • Huiskatten, tijgers en leeuwen zijn katachtigen.