[go: nahoru, domu]

  • me·disch
  • met het achtervoegsel -isch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen medisch medischer
verbogen medische medischere
partitief medisch medischers -

medisch

  1. op de geneeskunde betrekking hebbend
    • alles wat medisch is, is duur 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be