[go: nahoru, domu]

 
matje dat men gebruikt bij de mierenproef
  • mie·ren·proef
enkelvoud meervoud
naamwoord mierenproef mierenproeven
verkleinwoord

de mierenproefv / m

  1. (cultuur) test op lichamelijk uithoudingsvermogen waarbij de te testen persoon een matje met veel bijtende mieren tegen het blote lijf krijgt aangedrukt, de test wordt in Suriname gebruikt als overgangsritueel van de kindertijd naar de volwassenheid
     Het hoogtepunt van het dagenlange feest, waarbij vooral het lichamelijke uithoudingsvermogen op de proef wordt gesteld, is de zogenaamde wespen- of mierenproef. In een gevlochten matje, dat de vorm heeft van een mythisch wezen en dat prachtig versierd is met opgeplakte veertjes, wordt een groot aantal (soms wel een paar honderd) wespen of mieren geklemd. Na een nacht lang continu dansen krijgen de deelnemers de matjes tegen zich aangedrukt en worden gestoken of gebeten.[2]
     Wel maakt de mierenproef nog altijd deel uit van het initiatieritueel van jongeren in dorpen als Bigi Poika. De oorspronkelijke betekenis van de mierenproef als ritueel was de bevordering van het stamverband. Door de RK kerk is het ritueel teruggebracht tot een familiegebeuren. Een jongere moet daarbij zonder enig uiterlijk teken van pijn een tijdlang haar handen in een kalebas met mieren houden.[3]
  1. mierenproef op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink  Weblink bron
    Laddy van Putten
    “Tussen twee werelden” (1992), DBNL
  3. Bronlink  Weblink bron “Karaïben” (geraadpleegd 20 juli 2021), Wikipedia