piramide
- pi·ra·mi·de
- van Frans pyramide, in de betekenis van ‘spits grafmonument’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1566 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piramide | piramiden piramides |
verkleinwoord | piramidetje | piramidetjes |
de piramide v
- ruimtelijke figuur, bestaande uit een veelhoek als grondvlak en driehoekige zijvlakken
- (bouwkunde) bouwwerk in die vorm
- Egyptische media winden zich op over een bericht op een religieuze website waarin staat dat het vernietigen van monumenten zoals de piramiden en de sfinx van Gizeh "een religieuze plicht" is. [4]
- (figuurlijk) iets wat zo in elkaar zit dat een brede basis geleidelijk versmalt tot een kleine top aantallenpiramide, bevolkingspiramide, gezagspiramide, voedselpiramide etc.
- [2] knikpiramide, trappenpiramide, trappiramide
- [3] aardpiramide, aantallenpiramide, bevolkingspiramide, gezagspiramide, kerstpiramide, voedselpiramide
1.
- Het woord piramide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "piramide" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ piramide op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "piramide" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
piramide