[go: nahoru, domu]

  • weg·trek·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegtrekken
trok weg
weggetrokken
klasse 3 volledig

wegtrekken

  1. ergatief ~ uit: een bepaald gebied verlaten
    • De koekoek trekt in de herfst weg uit Europa. 
  2. ergatief (figuurlijk) ~ uit: iets kwijtraken omdat het verdwenen is
     Je ziet ook hoe het leven langzaam uit de Route is weggetrokken. De romantiek van het verval is overvloedig aanwezig. Verlaten, met gras en onkruid overwoekerde tankstations.[1]
  3. overgankelijk iets ~: door trekken iets verwijderen
    • Het gordijn werd weggetrokken en een prachtig decor kwam in zicht. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink  Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be