[go: nahoru, domu]

  • uit·gangs·punt
enkelvoud meervoud
naamwoord uitgangspunt uitgangspunten
verkleinwoord uitgangspuntje uitgangspuntjes

het uitgangspunto

  1. de aannames en veronderstellingen waar men van uitgaat
    • De dualiteit van golf en deeltje is het uitgangspunt van de kwantummechanica. 
     Waar het in het advies aan ontbreekt, is een inhoudelijke beschouwing ten aanzien van ouderen, hun zorgvraag alsmede de zorgverlening. ‘Betaalbaarheid’ en ‘organiseerbaarheid’ zijn de uitgangspunten.[1]
     Dat was in 1905. Nu was het 1940 en was je terug bij het uitgangspunt. Het was alsof je de Kleivebron opnieuw bouwde.[2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink  Weblink bron
    Noud Engelen
    “Kwetsbare ouderen hebben beschermde woonomgeving nodig” (14 februari 2020), Trouw
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia , ISBN 9789044628142
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be