vase
enkelvoud | meervoud |
---|---|
vase | vases |
vase
- vaas
- «A vase with flowers.»
- Een vaas met bloemen.
- «A vase with flowers.»
- [1] Van Latijn vas
- [2] Van Middelfrans voyse, verder te herleiden tot Middelnederlands wase.[1]
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
vase | la vase | vases | les vases |
vase v
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
vase | la vase | vases | les vases |
vase v
vervoeging van |
---|
vaser |
vase
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van vaser
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van vaser
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van vaser
- ↑ Bron: Le Nouveau Petit Robert, 1996