ampul
Uiterlijk
- am·pul
- Afgeleid van het Latijnse ampulla
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ampul | ampullen |
verkleinwoord | ampulletje | ampulletjes |
- (medisch) dichtgesmolten medicijnflesje, waarin steriele injectiestoffen worden afgeleverd
- (scheikunde) afsmeltbare, meestal geëvacueerde reageerbuis voor synthese bij hogere temperaturen
- buikig kannetje
- schenkkannetje voor wijn of water, gebruikt bij de mis
1. dichtgesmolten medicijnflesje, waarin steriele injectiestoffen worden afgeleverd
4. schenkkannetje voor wijn of water, gebruikt bij de mis
- Het woord ampul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ampul" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
ampul
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 84 %
- Woorden in het Turks
- Zelfstandig naamwoord in het Turks