apies

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  apies    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈapis / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• apies

Woordherkomst en -opbouw

• apie met uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de apies mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord apie

Uitdrukkingen en gezegden

• apies kijken
  1. een dierentuin bezoeken
  2. (figuurlijk) (pejoratief) zich op een ongepaste manier vergapen aan mensen met een andere levensstijl

1. ∗ Veel mensen houden van hún dierentuin. Samen ‘apies kijken’ is voor hen een gekoesterde, onvervangbare jeugdherinnering, die ze oppoetsen als ze met hun eigen kinderen komen en, in een volgende levensfase, met hun kleinkinderen.

2. ∗ Haar boek is geen apies kijken, en zo ja, dan is ze zelf óók een apie. Dus als ze schrijft over Japanse boeddhabeelden die maar eens in de 500 jaar worden bekeken, dan observeert ze dat Nederland dat helemaal nooit zou kunnen, 500 jaar geduld oefenen.

Gangbaarheid

• Het woord apies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.