[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

gangpad

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 16 mrt 2024 om 23:35 (top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.1)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • gang·pad
enkelvoud meervoud
naamwoord gangpad gangpaden
verkleinwoord gangpaadje gangpaadjes

het gangpado

  1. een pad voor wandelaars, voetpad
  2. een pad tussen rijen stoelen
99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be