natuurfilosoof
Uiterlijk
- na·tuur·fi·lo·soof
- samenstelling van natuur en filosoof
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurfilosoof | natuurfilosofen |
verkleinwoord | natuurfilosoofje | natuurfilosoofjes |
de natuurfilosoof m
- (filosofie) iemand die nadenkt over de stoffelijke wereld
- Aristoteles was de grootste natuurfilosoof in zijn tijd.
- Eigenlijk zijn er geen echte moderne natuurfilosofen meer al zijn er wel een aantal denkers die er enige kenmerken van hebben zoals Jacob Klein en Hans Jonas.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord natuurfilosoof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.