oostzijde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oostzijde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oost·zij·de

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oost  en  zijde 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oostzijde	oostzijden oostzijdes
verkleinwoord	oostzijdetje	oostzijdetjes

Zelfstandig naamwoord

de oostzijde v / m

1. de zijde die in het oosten ligt.

   • Aan de oostzijde van het bos bevindt zich een parkeerplaats. 

   ▸ Mocht er weinig tijd zijn om je huis te verstevigen, dan is het raadzaam om aan de oostzijde te beginnen, omdat de wind vooral uit die richting zal waaien.

Synoniemen

• oostzij

Verwante begrippen

• noordzijde, noordoostzijde, zuidoostzijde, zuidzijde, zuidwestzijde, westzijde, noordwestzijde

Gangbaarheid

• Het woord oostzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oostzijde" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.