opsplitsing

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  opsplitsing    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• op·split·sing

Woordherkomst en -opbouw

• naamwoord van handeling van opsplitsen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	opsplitsing	opsplitsingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de opsplitsing v

1. een geheel verdelen in meerdere kleinere delen

   ▸ Het waren eerder geruchten over een opsplitsing dan dat er daadwerkelijk voorbereidingen toe getroffen werden.

   ▸ Max Daniel, portefeuillehouder drugs bij de politie, heeft geen eenduidige verklaring voor de stijging. ,,Een mogelijke oorzaak is de toenemende opsplitsing van productielabs in meerdere kleinere labs. Dat leidt tot het dumpen van kleinere hoeveelheden afval, maar elke dumping telt wel gewoon mee.”

Synoniemen

• onderverdeling, scheiding

Antoniemen

• samenbundeling, fusie

Vertalingen

    1. een geheel verdelen in meerdere kleinere delen   

Engels: dividing (en)

Gangbaarheid

• Het woord opsplitsing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.