[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

avoir la jeura

Uit WikiWoordenboek

avoir la jeura

  1. (spreektaal) teleurgesteld, agressief, boos zijn:
    «Après s’être fait stopper de toutes les boîtes, je te raconte pas comment on avait la jeura
    Nadat we in alle disco's waren tegengehouden, hadden we ontzettend de pest in! [1]
  2. (spreektaal) verbeten zijn, vasthoudend zijn
    «Le match, on avait trop la jeura pour perdre.»
    We waren te verbeten om die wedstrijd te verliezen. [1]