aanstekelijk
Uiterlijk
- Geluid: aanstekelijk (hulp, bestand)
- IPA: / anˈstekələk / (4 lettergrepen)
- aan·ste·ke·lijk
- Naamwoord van handeling van aansteken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanstekelijk | aanstekelijker | aanstekelijkst |
verbogen | aanstekelijke | aanstekelijkere | aanstekelijkste |
partitief | aanstekelijks | aanstekelijkers | - |
aanstekelijk
- gemakkelijk op anderen overgaand
- (bijwoord) Hij kon heel aanstekelijk lachen waardoor iedereen in de klas ook moest gaan lachten.
- (bijvoeglijk naamwoord) Hij had een aanstekelijke lach waardoor iedereen in de klas ook moest gaan lachen.
- ▸ Ze had een aanstekelijke energie en we spraken al snel over zaken als conventies, opvoeding en hang naar vrijheid. Deze gesprekken waren anders dan anders en gingen al snel de diepte in.[1]
- Het woord aanstekelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanstekelijk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -lijk in het Nederlands
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %