aidsdode

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aidsdode    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aids·do·de

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aids zn  en  dode zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aidsdode	aidsdoden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aidsdode v / m

1. (medisch) iemand die is overleden aan aids

   • Aids is nog lang de wereld niet uit, de meest recente cijfers spreken voor zich. Wereldwijd zijn er 1,2 miljoen aidsdoden, elk jaar komen er 2 miljoen nieuwe hiv-infecties bij en leven er bijna 37 miljoen mensen met hiv. Nog lang niet de helft van de mensen met hiv krijgt levensreddende medicijnen. 
   • De laatste 3 jaar is het percentage besmettingen met 13 procent afgenomen. Het aantal aidsdoden is sinds een piek in 2005 de laatste jaren met 35 procent gedaald. 

Gangbaarheid

• Het woord aidsdode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.