barmhartig
Uiterlijk
- Geluid: barmhartig (hulp, bestand)
- barm·har·tig
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘mededogen hebbend’ voor het eerst aangetroffen in 1270 [1]
- Samenstellende afleiding van het verouderde werkwoord barmen en hart met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | barmhartig | barmhartiger | barmhartigst |
verbogen | barmhartige | barmhartigere | barmhartigste |
partitief | barmhartigs | barmhartigers | - |
barmhartig
- op vergevende wijze begrip tonend voor iemands moeilijkheden
1. op vergevende wijze begrip tonend voor iemands moeilijkheden
- Het woord barmhartig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "barmhartig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "barmhartig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be