distinguir
Uiterlijk
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
distinguir |
distinguía |
distinguido |
volledig |
distinguir
- onderscheiden, verschil maken
- onderscheiden, onderkennen, opmerken, zien
- eren, onderscheiden (met)
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
distinguir |
distinguía |
distinguido |
volledig |
distinguir