[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

epos

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: e-pos
  • epos
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘heldendicht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord epos epen, epossen
verkleinwoord eposje eposjes

het eposo

  1. (cultuur), (kunst), (dichtkunst) een verhaal of verhalend gedicht dat een historische of legendarische figuur beschrijft: heldendicht
90 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
naamwoord epos eposse / epe

epos

  1. (cultuur)(kunst)(dichtkunst) epos; een verhaal of verhalend gedicht dat een historische of legendarische figuur beschrijft


epos

  1. (cultuur)(kunst)(dichtkunst) epos; een verhaal of verhalend gedicht dat meestal een historische of legendarische figuur beschrijft


epos

  1. (cultuur)(kunst)(dichtkunst) epos; een verhaal of verhalend gedicht dat meestal een historische of legendarische figuur beschrijft


epos monbezield

  1. (cultuur)(kunst)(dichtkunst) epos; een verhaal of verhalend gedicht dat meestal een historische of legendarische figuur beschrijft


epos m

  1. (cultuur)(kunst)(dichtkunst) epos; een verhaal of verhalend gedicht dat meestal een historische of legendarische figuur beschrijft


  • Vergelijk met het Welsh ebol ("veulen"), Bretoense ebeul ("veulen") en het Ierse each ("paard").

epos m

  1. paard


  • epos

epos monbezield

  1. (cultuur)(kunst)(dichtkunst) epos; een verhaal of verhalend gedicht dat meestal een historische of legendarische figuur beschrijft