[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

frank

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Frank
  • frank
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen frank franker frankst
verbogen franke frankere frankste
partitief franks frankers -
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1267 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘oude muntnaam, munteenheid van o.a. Frankrijk en België’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1382 [1]

frank

  1. stoutmoedig.
    • Frank en vrij. 
enkelvoud meervoud
naamwoord frank franken
verkleinwoord frankje
frankske
frankjes
frankskes

de frankm

  1. (financieel) naam voor verschillende munteenheden die onder andere in Burundi, de Comoren, Congo, Djibouti, Guinee, Rwanda en Zwitserland gebruikt worden, en voorheen in België en Frankrijk gebruikt werden
  2. (numismatiek) muntstuk met de waarde van 1 frank
    • Ah, nu valt mijn frankske! 
95 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]