[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

gijn

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: gein
Model van een gijn
  • gijn
enkelvoud meervoud
naamwoord gijn gijnen
gijns
verkleinwoord gijntje gijntjes

het gijno

  1. (scheepvaart), (molenaarsambacht) takel voor zware lasten, hijswerktuig
     De zwaardere takels metmeerdere schijven worden gijns of jijns genoemd.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. gijn op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 7 november 2023 Weblink bron
    Jan Coppens
    Jijnen en schietblokken in: De Utskoat, jrg. 20 nr. 80 (december 1995), Stichting De Fryske Mole & Vereniging Gild Fryske Mounders, Leeuwarden, p. 51