grijsweger
Uiterlijk
- Geluid: grijsweger (hulp, bestand)
- grijs·we·ger
- samenstelling van grijs bn en weger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijsweger | grijswegers |
verkleinwoord |
de grijsweger m
- iemand die probeert de gulden middenweg te zoeken
- Het woord grijsweger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.