[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

huismerk

Uit WikiWoordenboek
  • huis·merk
enkelvoud meervoud
naamwoord huismerk huismerken
verkleinwoord huismerkje huismerkjes

het huismerko

  1. (handel) een merk van producten dat in opdracht van een detaillist wordt geproduceerd onder een eigen merk.
    • Het huismerk van de supermarkt is goedkoper dan het A-merk. 
     Ik stortte me vol overgave op dit nieuwe, zuinige leven. In de supermarkt keek ik meteen naar de onderste schappen met de huismerken en ik kocht alles in de aanbieding.[1]
  2. (heraldiek) een teken waarmee een persoon of boerderij plus het bezit aangeduid wordt.
100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be