puntentotaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  puntentotaal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pun·ten·to·taal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  punt zn  en  totaal zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	puntentotaal	puntentotalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het puntentotaal o

1. (sport) de som van alle behaalde punten in een serie wedstrijden

   ▸ Na twee sprongen met een zogeheten backside 900 stond ze vijfde, overigens wel op grote afstand van de medaillekandidaten. Hoewel ze haar puntentotaal in de laatste ronde nog wat opkrikte met een iets langere grab, ging Ge Rong haar nog voorbij.

   ▸ De twaalf beste snowboarders plaatsten zich voor de finale. Van der Velden eindigde met een puntentotaal van 142.75 als elfde van de 29 deelnemers.

Gangbaarheid

• Het woord puntentotaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.