preposisjoners
Uiterlijk
- pre·po·si·sjo·ners
- Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel pre-, met het achtervoegsel -sjon en met de woorduitgang -ers
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
preposisjoners
- genitief onbepaald mannelijk meervoud van preposisjon