[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

stratego

Uit WikiWoordenboek
1. Twee mannen spelen stratego.
  • stra·te·go
enkelvoud meervoud
naamwoord stratego
verkleinwoord

het strategoo

  1. (spel) bordspel waarbij twee spelers proberen het 'leger' van de tegenstander te verslaan door diens vlag te veroveren
    • Een onverwacht groot succes bleek het zaterdag, het eerste Open Overijssels Kampioenschap Stratego 2010 dat in Enschede werd gehouden. [2] 
    • Ze zaten rondenlang boven de torentjes van plastic. En op het laatst werd het nog uitermate spannend. Maar uiteindelijk werd het vierde Open Overijssels Kampioenschap Stratego zaterdagmiddag gewonnen door Ruben van de Bilt. [3] 
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]