[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

traliewerk

Uit WikiWoordenboek
traliewerk
  • tra·lie·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord traliewerk
verkleinwoord traliewerkje traliewerkjes

het traliewerko

  1. (bouwkunde) een afdichting gemaakt van metalen staven
     Uit het dierenasiel in Enschede zijn afgelopen weekend twee straatkatten gestolen. De dieren, van wie er één ziek is, zaten in het dierenasiel in quarantaine. De daders zijn binnengekomen door het traliewerk van de quarantaineafdeling te verwijderen.[2]
     De piloot werd begin februari vorig jaar door IS-strijders in een traliewerk gevangen gezet en in brand gestoken.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 december 2021 Weblink bron
    Angelique Kunst
    “Straatkatten gestolen uit asiel” (01-05-2010), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 december 2021 Weblink bron “'Kleine kans dat F-16-piloten in handen van IS vallen'” (12-01-2017), Tubantia