viervoeters

Nederlands

Verschillende recente viervoeters

Uitspraak

• Geluid:  viervoeters    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvirvutərs / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• vier·voe·ters

Woordherkomst en -opbouw

• viervoeter met uitgang -s
  • [2] leenvertaling van Neolatijn tetrapoda, gevormd uit Oudgrieks τετρα- (tetra-) "vier-" en ποδός (podós) "van de voet"

Zelfstandig naamwoord

de viervoeters mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord viervoeter
2. meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) infrastam Tetrapoda , gewervelde dieren met 4 ledematen (die bij sommige soorten alleen nog als rudiment aanwezig zijn)

Hyperoniemen

• [2] gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren
• [2] synapsiden

Gangbaarheid

• Het woord viervoeters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.