waarschuwingsfase
Uiterlijk
- waar·schu·wings·fa·se
- samenstelling van waarschuwing en fase met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waarschuwingsfase | waarschuwingsfases waarschuwingsfasen |
verkleinwoord | waarschuwingsfasetje | waarschuwingsfasetjes |
de waarschuwingsfase v
- dat deel van een plan waarin nog slechts een waarschuwing gegeven wordt voor een mogelijke evacuatie
- Het signaal voor de waarschuwingsfase is al gegeven.
- Het woord 'waarschuwingsfase' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.