wedloop
Uiterlijk
- wed·loop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedloop | wedlopen |
verkleinwoord | wedloopje | wedloopjes |
de wedloop m
- (sport) wedstrijd waarbij het erom gaat een bepaald traject of parcours zo snel mogelijk af te leggen
- (figuurlijk) situatie waarin partijen blijven proberen elkaar te overtreffen
- [1] (intensivering) monstertocht
- [2] bewapeningswedloop, kernwapenwedloop, robotwedloop, wapenwedloop
1. wedstrijd waarbij het erom gaat een bepaald traject of parcours zo snel mogelijk af te leggen
- Het woord wedloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wedloop" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ wedloop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %