[go: nahoru, domu]

Naar inhoud springen

Sd.Kfz. 222

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door MWAK (overleg | bijdragen) op 19 feb 2007 om 09:52.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Sjabloon:AFV De Leichter Panzerspähwagen (2cm) Sd. Kfz. 222 was een Duits licht pantservoertuig, een vierwielige 4x4 pantserwagen geproduceerd tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het voertuig werd gedurende 1935 uit het Sd.Kfz 221 ontwikkeld in het kader van de Duitse herbewapening tijdens de jaren dertig. Het pantserwerk werd ontworpen door Eisenwerk Weserhuette AG in Bad Oeynhausen, en het aandrijfgedeelte door de Horchwerke-fabriek van Auto-Union te Zwickau. Schichau te Elbing en MHN te Hannover-Linden waren verantwoordelijk voor de eindassemblage van het prototype. De belangrijkste verandering was het aanbrengen van een licht 20 mm snelvuurkanon zodat de verkenningstroepen althans een beperkt vermogen kregen om vijandelijke pantservoertuigen uit te schakelen. Het kanon had een elevatie van 87° zodat het ook luchtdoelen kon bestrijden. Er waren drie bemanningsleden: een commandant-schutter, een chauffeur en een radioseiner die ook de commandant de munitiehouders van tien moest aanreiken. Het Sd.Kfz 222 had zelf geen langeafstandsradio en moest de speciale radiovoertuigen van het type Sd.Kfz. 223 beschermen. Het eerste model rolde van de band in 1936 en het type werd spoedig daarna het standaardverkenningsvoertuig van de Duitse Wehrmacht. Het Sd. Kfz. 222 was zeer betrouwbaar gedurende Fall Weiss, de inval in Polen, en tijdens de Blitzkrieg in de Slag om Frankrijk. Het ontwerp deed het later ook goed in Noord-Afrika. Tijdens de invasie in de Sovjet-Unie, Operatie Barbarossa, daarentegen werd het onderhoud moeilijk, door de enorme koude en slechte weersomstandigheden waarmee het voertuig te maken kreeg. Het type bleef in dienst bij de verkenningseenheden van de pantsertroepen tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een klein aantal voertuigen werd verkocht aan China (twaalf in 1938) en Bulgarije.

De productie bij Weserhuette, Schichau, MHN en Buessing-NAG liep van 1936 tot juni 1943 in zeven series met een totaal van 989 stuks. Eind 1937 waren er 72 gereed; in 1938 werden er nog eens 72 gebouwd, maar daarna daalde de productie weer tot 55 in 1939 en 32 in 1940. Dit alles weerspiegelt de lage prioriteit die in de eerste oorlogsjaren aan de productie van pantservoertuigen werd gegeven. In 1941 steeg het cijfer echter tot 179 om een piek te bereiken van 352 in 1942; in 1943 zijn er nog 198 gebouwd. Bij de vijfde serie, gebouwd vanaf mei 1942, werd een verbeterd chassis gebruikt met hydraulische remmen, een sterkere motor (negentig in plaats van 75 pk) en een bepantsering die aan de voorkant verhoogd was van acht naar dertig millimeter. De twee modellen worden tegenwoordig wel Ausführung A en Ausf. B genoemd. Het Sd.Kfz 222 had geen echte opvolger daar men vierwielige pantserwagens achteraf te klein vond.

De toren van het Sd.Kfz. 222, die van boven open was; het gaas dient ter afweer van handgranaten

.

[bron?]

Sjabloon:DuitseGevechtsvoertuigenWOII