Nederlandsche vogelen
Nederlandsche vogelen | ||||
---|---|---|---|---|
Auteur(s) | Cornelius Nozeman Maarten Houttuyn Coenraad Jacob Temminck | |||
Illustrator | Christiaan Sepp | |||
Land | Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden | |||
Taal | Nederlands | |||
Onderwerp | Ornithologie | |||
Uitgever | Jan Christiaan Sepp | |||
Uitgegeven | 1770-1829 | |||
PPN | 152496122 | |||
|
Nederlandsche vogelen is een vogelboek van Cornelius Nozeman en Christiaan Sepp dat in vijf delen tussen 1770 en 1829 werd uitgegeven. Het is het eerste oorspronkelijk Nederlandse vogelboek [1] en een van de duurste, omvangrijkste en langstlopende werken uit de geschiedenis van de Nederlandse boekdrukkunst. [2]
Bibliografische gegevens
[bewerken | brontekst bewerken]Deel 1
[bewerken | brontekst bewerken]Nederlandsche vogelen; volgens hunne huishouding, aert, en eigenschappen beschreeven door Nozeman, Cornelius. Alle naer ’t leeven geheel nieuw en naeuwkeurig getekend, in ’ t koper gebragt en natuurlyk gekoleurd door, en onder opzicht van Christiaan Sepp en Zoon. Amsterdam, J.C. Sepp en zoon, 1770.[3]
Deel 2, 3, 4 en 5
[bewerken | brontekst bewerken]Nederlandsche vogelen; volgens hunne huishouding, aert, en eigenschappen beschreeven door Cornelius Nozeman [...] en verder, na zijn ed. overlyden, door Martinus Houttuyn. Alle naer ’t leeven geheel nieuw en naeuwkeurig getekend, in ’ t koper gebragt en natuurlyk gekoleurd door, en onder opzicht van Christiaan Sepp en Zoon. Amsterdam : J.C. Sepp en zoon, 1789 / 1797 / 1809 / 1829.
De makers
[bewerken | brontekst bewerken]Cornelius Nozeman (1720 - 1786) was een remonstrantse predikant die de teksten schreef van De Nederlandsche vogelen, deel 1 en een groot stuk van deel 2. Na zijn overlijden werd zijn werk voortgezet door de arts en bioloog Martinus Houttuyn (1720 - 1798). Het laatste en vijfde deel werd samengesteld door de uitgever met hulp van Coenraad Jacob Temminck (1778 - 1858). De gravures werden gemaakt door of onder toezicht van Christiaan Sepp (±1700 - 1775), en later door zijn zoon Jan Christiaan Sepp (8 november 1739 - 29 november 1811) en zijn kleinzoon Jan Sepp (18 september 1778 - 19 december 1853). De firma Jan Christiaan Sepp en zoon trad tevens op als uitgever. De platen zijn niet gesigneerd. Wie ze getekend en gegraveerd heeft is niet altijd duidelijk.[4]
Het werk
[bewerken | brontekst bewerken]De Nederlandsche vogelen was het eerste oorspronkelijk Nederlandse boek dat helemaal gewijd was aan vogels. Het stond bekend als het duurste Nederlandse boek van die tijd en was het werk van twee generaties uitgevers, vijf auteurs en een leger aan tekenaars, graveurs en inkleurders.[5]
De Nederlandsche vogelen was een peperduur project. Alle vogels werden volgens de titelpagina ‘naer ’t leeven geheel nieuw en naeuwkeurig getekend, in ’t koper gebragt, en natuurlyk gekoleurd.’ 'Naer 't leeven' betekent niet dat de vogels nog leefden toen ze getekend werden, maar dat er speciaal voor deze uitgave nieuwe tekeningen werden gemaakt van opgezette of speciaal voor dit doel gedode vogels. 'In 't koper gebragt' betekent gegraveerd, 'gekoleurd' staat voor ingekleurd.
Het streven was de vogels zoveel mogelijk op ware grootte af te beelden. Daardoor kreeg het boek zijn grote formaat van 56 × 39,5 cm. Iedere tekening werd gegraveerd en vervolgens moesten alle prenten afzonderlijk met de hand worden ingekleurd door specialisten. Dat maakte de productie zeer duur.Het boek verscheen in afleveringen. Na iedere vijftig platen werd een titelpagina gedrukt en een lijst met behandelde vogels. Die konden dan ingebonden worden.[6] Uiteindelijk kwam na 59 jaar het werk te bestaan uit 5 delen. Elk deel bevatte 50 met de hand gekleurde kopergravures met bijbehorende tekst.
De platen
[bewerken | brontekst bewerken]Op de 250 platen van Nederlandsche vogelen zijn ongeveer 192 soorten wilde vogels afgebeeld, inclusief zeven leucistische kleurafwijkingen en twaalf soorten pluimvee waaronder zes duivenrassen. De volgorde is geheel willekeurig omdat een vogel getekend werd op het moment dat hij beschikbaar was.[7]
-
Oriolus oriolus (Wielewaal), plaat 11
-
Loxia coccothraustes (Appelvink), plaat 71
-
Fringilla Carduelis (Putter), plaat 168
-
Ardea purpurea (Purperreiger), plaat 180
-
Gallus domesticus mas. (Haan), plaat 240
Midas Dekkers merkt in zijn voorwoord 'Vroegere vogels' bij de heruitgave van 2014 het volgende op over de manier, waarop wij nu tegen de platen in Nozeman & Sepp aankijken:
In Nederlandsche vogelen vind je oude bekenden als de mus of kwikstaart terug - maar dan anders. Vogels hadden twee eeuwen terug heus geen bakkebaarden of korsetten - zo snel gaat de evolutie niet - en toch is een musch nog geen mus, een Geele Kwikstaert geen Gele Kwikstaart, laat staan dat een Vlam-Sys precies hetzelfde zou zijn als een Kneu. Het is een kwestie van houding: niet vrij, zoals een vogel betaamt, in de lucht, maar geposeerd als in een ouderwetse fotostudio. Deftig. Op z'n zondags. Geen vroege vogel, maar een vogel van vroeger.
— Midas Dekkers[8]
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]Rond 1750 werd het verzamelen van natuurhistorische objecten vanuit wetenschappelijk, economisch en esthetisch oogpunt een populaire bezigheid. De verzamelingen richtten zich aanvankelijk vooral op de exotische natuur, die door de reisverslagen uit de zeventiende en achttiende eeuw in de belangstelling was gekomen. Alleen binnen de plantkunde werd op bescheiden schaal iets aan de Nederlandse natuur gedaan.[9][bron?]
In Engeland verschenen al rond 1730 de eerste vogelboeken met handgekleurde kopergravures. Ze waren wat betreft uitvoering, formaat, papiersoort, teksten en afbeeldingen gericht op welgestelde verzamelaars. Veelal waren de afbeeldingen gemaakt naar opgezette, geprepareerde vogels (of balgen), of van dieren die in alcohol waren bewaard. De afbeeldingen waren daardoor vaak van matige kwaliteit. Bovendien waren de graveurs vaak ondeskundig.[10]
Vader en zoon Sepp stimuleerden in Nederland de belangstelling voor de plaatselijke natuur. Ze gaven vanaf 1762 tot 1829 De Nederlandsche insecten uit - voluit: Beschouwing der wonderen Gods in de minstgeachte schepzelen, of, Nederlandsche insecten, naar hunne aanmerkelyke huishouidng, verwonderlyke gedaantewisseling en andere wetenswaardige byzonderheden, volgens eigen ondervinding beschreeven, naar 't leven getekent, in 't koper gebracht en gekleurd door Jan Christiaan Sepp. Ze publiceerden - later - ook de Flora Batava (1800 - 1934) over de Nederlandse plantenwereld.[11]
Ook Nozeman was een uitdrukkelijk propagandist van het onderzoeken van de vaderlandse natuurlijke historie. Hij won er in 1769 zelfs een gouden medaille mee in een prijsvraag over resultaten en wensen met betrekking tot vaderlandse natuurhistorie, uitgeschreven door de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Hij maakte duidelijk dat de vaderlandse natuur nog nauwelijks onderzocht was en dat daar verandering in moest komen. Hij roemde de diversiteit aan moeras- en watervogels in Holland en propageerde veldonderzoek ernaar.[12]
Heruitgaves
[bewerken | brontekst bewerken]1940
[bewerken | brontekst bewerken]In 1940 verscheen een zeer beperkte heruitgave met zestien reproducties.[13]
2014 op papier en digitaal
[bewerken | brontekst bewerken]In 2014 verscheen een nieuwe uitgave van Nederlandsche vogelen, in samenwerking tussen de Koninklijke Bibliotheek en Uitgeverij Lannoo.[14] Deze heruitgave heeft een cultuurhistorische en biologische inleiding door Marieke van Delft, Esther van Gelder en Alexander Raat. De wetenschappelijke inhoudsopgave is van de hand van Ruud Vlek en Alexander Raat. Hierin worden de achttiende-eeuwse en huidige Nederlandse en Latijnse namen naast elkaar gezet. Het voorwoord is van de hand van Midas Dekkers. In de heruitgave zijn alle platen en teksten op ware grootte afgebeeld. De uitgave van 2014 telt meer dan 800 pagina's en weegt 11 kg. In 2014 is de volledige tekst van Nederlandsche vogelen, inclusief alle afbeeldingen door de Koninklijke Bibliotheek (KB) ook digitaal beschikbaar gemaakt. Er is een versie in flash en een versie in html. De vijf delen zijn afzonderlijk toegankelijk.[15]
2015 op Wikimedia Commons
[bewerken | brontekst bewerken]De Koninklijke Bibliotheek schonk in 2015 alle 250 afbeeldingen van Nederlandsche vogelen aan Wikimedia Commons.
Voetnoten
- ↑ Alexander Reeuwijk over Nederlandsche vogelen in Vroege Vogels d.d. 12 oktober 2014; met een opname van het gesprek in het radioprogramma Vroege Vogels met Reeuwijk en Marieke van Delft, conservator Oude Drukken bij de Koninklijke Bibliotheek: “Het boek is niet alleen het eerste Nederlandse vogelboek, het is tevens met afstand het mooiste ornithologische werk dat ooit in Nederland is gemaakt.” Zoek via Vroegevogels.vara.nl
- ↑ Boekhandel van Rossum over Nederlandsche vogelen (geraadpleegd 2015-05-14) en bespreking op de website van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging (NBV) (2011-10-04; geraadpleegd 2015-05-14)
- ↑ Catalogus Koninklijke Bibliotheek
- ↑ Zie daarvoor bijvoorbeeld Nederlandschevogelen.nl
- ↑ van Delft c.s. 2014, p. 16
- ↑ Nederlandsche Vogelen op de website van de Koninklijke Bibliotheek
- ↑ Brouwer 1943, p. 75
- ↑ Dekkers 2014
- ↑ van Delft c.s. 2014, p. 16/7
- ↑ van Delft c.s. 2014, p. 20
- ↑ van Delft c.s. 2014, p. 21/2
- ↑ van Delft c.s. 2014, p. 22/3
- ↑ Sepp-Nozeman, Nederlandsche vogelen 1770-1829. Zestien reproducties in kleur naar de fraaiste voorbeelden Met een inleiding van A. Schierbeek. ’s-Gravenhage, L.J.C. Boucher, 1940.
- ↑ Deze heruitgave schrijft de titel als Nederlandsche Vogelen (en niet zoals de oorspronkelijke uitgave Nederlandsche vogelen)
- ↑ Nozeman en Sepp op de website van de Koninklijke Bibliotheek; alle delen zijn hier digitaal in te zien
Literatuur
- (nl) Brouwer G.A. (1943) - De waarde van Nozeman en Sepp's Nederlandsche Vogelen (1770-1829) voor de faunistiek. In: Ardea 32 (1-2) : 74 - 107. Te downloaden via de website van Ardea
- (nl) Korthof, Gert (2014) - Nederlandsche Vogelen (1) ; Een vernieuwend ornithologisch standaardwerk uit de 18e-19e eeuw. Blogpost van 2014-10-21; geraadpleegd 2015-05-14.
- (nl) Nozeman, Cornelius & Christiaan Sepp (1770 - 1829) - Nederlandsche vogelen. Heruitgegeven in 2014 in facsimile. Tielt / Den Haag, Lannoo / Koninklijke Bibliotheek. Met een inleiding door Marieke van Delft, Esther van Gelder en Lex Raat.
Externe links
- website over de heruitgave van Nederlandsche vogelen van uitg. Lannoo en de Koninklijke Bibliotheek.
- Nederlandsche Vogelen op de website van de Koninklijke Bibliotheek.
- Nederlandsche vogelen, integraal, 5 delen gedigitaliseerd op de website van Teylers Museum.