Oisterwijk

Oisterwijk

Oisterwijk is een stadje in Noord-Brabant, ten oosten van Tilburg.

Info

Oisterwijk heeft een historische kern welke in 1230 stadsrechten kreeg. Ten zuiden van Oisterwijk ligt een uitgestrekt natuurgebied, dat de Oisterwijkse Bossen en Vennen wordt genoemd. Het sluit ook aan op natuurgebied de Kampina.

Geschiedenis

Tot de 12e eeuw zijn verschillende meldingen geweest die het hebben over Oisterwijk, maar de zekere geschiedenis begint bij twee parochies: West-Tilburg en Oost-Tilburg. Oost-Tilburg groeide sneller dan West-Tilburg en kreeg van de toenmalige hertog marktrecht in 1212. In 1230 kreeg Oisterwijk weer nieuwe vrijheidsrechten, die betekenden meer dan het marktrecht, maar dit betekende nog niet dat Oisterwijk een ommuurde vesting werd. Uiteindelijk werden Oost-Tilburg en Oisterwijk één, doordat Oisterwijk Oost-Tilburg (naar het westen, met de Sint Petruskerk) opslokte. Oisterwijk koos voor de Meijerij van 's-Hertogenbosch en werd een van de kwartieren daarvan. Oisterwijk had ook al een schepenbank en stond in de late middeleeuwen bekend om zijn lakenindustrie en bierbrouwerijen. De Sint-Petruskerk was een gotische kerk, maar werd verwoest door protestantse troepen. Meerdere gevechten deden zich voor rond de strategische plek van Oisterwijk vlak bij de Zuidelijke Nederlanden, zowel eerder in de 16e eeuw als de Tachtigjarige Oorlog.

Tot het einde van de 18e eeuw werd Oisterwijk geteisterd door de noordelijke protestantse troepen. Hierna viel de Petruskerk weer in katholieke handen viel, in plaats van de schuurkerk.

De negentiende eeuw hield ook Oisterwijk in zijn greep: de industriële revolutie bracht de leer- en schoenindustrie naar Oisterwijk. Op een gegeven moment, rond 1910, waren er bijna 350 schoenmakers! Rond 1930 waren er in één leerfabriek 850 arbeiders! Ook was er in Oisterwijk een aanzienlijke sigarenindustrie aanwezig, waar tot zes procent van de Oisterwijkse bevolking werkte. Veel fabrieken sloten in de jaren '60, toen vooral de schoenindustrie een neergang beleefde, en de sigarenindustrie al in de jaren '50. Toch heeft de leerindustrie van KVL zich tot 2000 (!) instandgehouden, welke dan ook een van de laatste leerlooierijen in Nederland was.

Tegenwoordig leeft Oisterwijk van het toerisme. De inwoners zijn er duidelijk welvarender dan het Nederlands gemiddelde.

Arriveren

Oisterwijk heeft een treinstation (Station Oisterwijk), waar men met de sprinter van/naar Tilburg en Eindhoven kan. Deze plaatsen zijn dan ook goed verbonden. De verbindingen met 's-Hertogenbosch vallen tegen: er is één buslijn die ervandaan komt (140). Daarnaast is de weg vanuit 's-Hertogenbosch (N65) geen snelweg, zodat de spits vermeden moet worden. Een smal en bochtig weggetje leidt direct naar Oisterwijk, maar alles groter dan bestelbusjes moeten over de langere weg door Haaren.

Rondreizen

Oisterwijk valt gemakkelijk te doen met de fiets, en dat is dan ook verstandiger. Door de spoorwegovergangen is het een langdurige klus door Oisterwijk te komen met de auto, en zijn er veel smalle (eenrichtings-)straatjes. Er rijden ook bussen en in de zomer verschillende toeristenkarretjes.

Bekijken

• De Lind, een laan omgeven door lindebomen en in het midden een trouwlaantje die naar het voormalige stadhuis, midden op de Lind leidt. Verder staat hier het eeuwenoude, voormalig VVV-kantoortje (die overigens in de zijstraat gevestigd is in een modern gebouw). Ook staat er op de Lind de Joannesparochie.
• Dorpsstraat, sluit direct op de Lind aan en is eveneens een winkelstraat in historische stijl.
• Sint Petruskerk die aan het einde van de Kerkstraat (gezien vanaf de Lind) staat, ontworpen door Pierre Cuypers. De kerkstraat is overigens een smal, historisch straatje.
• Kerkhovense molen, de enige molen van Oisterwijk, Moergestel uitgezonderd, staat bij "de ingang" van Oisterwijk vanaf Tilburg gezien.
• Station Oisterwijk, een historisch station uit 1865
• Kasteel de Nemerlaer bij Haaren

Doen

• Wandelen of fietsen door de Oisterwijkse Bossen en Vennen en de Kampina

Rondom