Albert Keuter
Albert Keuter (Blokzijl, 7 januari 1892 – Bergen-Belsen, 10 maart 1945) was een Nederlandse dominee. Vanwege zijn verzetswerk werd hij door de Duitse bezetter gearresteerd en naar Duitsland weggevoerd.
Albert Keuter | ||
---|---|---|
Geboren | 7 januari 1892, Blokzijl | |
Overleden | 10 maart 1945, Bergen-Belsen |
Keuter was een predikant bij het Doopsgezinde Broederschap in Den Haag. Daarvoor stond hij in Oost- en West Graftdijk (1917), Twisk en Medemblik (1920) en Akkrum (1925). Hij werkte samen met Casper ter Galestin en bood hulp aan joden. In 1943 verhuisde hij met zijn gezin naar Drenthe. Hij werd op 4 januari 1944 in Meppel opgepakt. Keuter kwamen eerst terecht in het Oranjehotel in Scheveningen.[1] Via Kamp Vught, waar hij zijn oudste zoon Barend Klaas, die in Amsterdam was gearresteerd tegen het lijf liep, belandde hij uiteindelijk in Bergen-Belsen. Daar overleed hij op 10 maart 1945, vermoedelijk aan vlektyfus. Barend Klaas was daar ook en overleed vijf dagen eerder aan dysenterie.[2]
Hij werd bij Koninklijk Besluit nr. 17 van 7 mei 1946 postuum met het Verzetskruis onderscheiden.[3] Zijn naam staat vermeld op de Erelijst van Gevallenen 1940-1945.[4]
- ↑ Periode: 1942 - 1945, Oranjehotel: Dodenboeken | Nationaal Archief. www.nationaalarchief.nl. Geraadpleegd op 9 september 2023.
- ↑ Periode: 1947 - 1994, Oorlogsgravenstichting (OGS) | Nationaal Archief. www.nationaalarchief.nl. Geraadpleegd op 17 augustus 2023.
- ↑ Periode: 1815 - 1994, Kanselarij der Nederlandse Orden: Index gedecoreerden | Nationaal Archief. www.nationaalarchief.nl. Geraadpleegd op 17 augustus 2023.
- ↑ Albert Keuter | Erelijst van Gevallenen 1940-1945. www.erelijst.nl. Geraadpleegd op 17 augustus 2023.