BMW 502
De BMW 502 is een luxe sedan gebouwd door BMW. Deze auto kan worden gezien als voorvader van de huidige 7-serie. De BMW 502 was in productie van 1954 tot 1958
BMW 502 | ||||
---|---|---|---|---|
Productiejaren | 1954-1958 | |||
Uitvoeringen |
2,6 liter V8
| |||
Voorganger | BMW 501 | |||
Opvolger | BMW 2.6 Luxus | |||
Concurrenten | Opel Kapitän, Mercedes-Benz 220 | |||
Ontwerper | Peter Schimanowski | |||
Fabriek | Milbertshofen | |||
Motor | V8 benzine | |||
Versnellingsbak | M4 | |||
Massa | 1430 kg | |||
|
Voorgeschiedenis
bewerkenDe eerste auto die BMW na de Tweede Wereldoorlog ging produceren was de BMW 501. Dit was een limousine met een zescilinder-in-lijn aan boord. De auto kon echter niet opboksen tegen de concurrenten omdat deze goedkoper waren. Als antwoord hierop presenteerde BMW op de Autosalon van Geneve de BMW 502, die de beschikking had over een V8. Er kwamen in totaal vier varianten van op de markt waarvan de 3,2-liter Super de topversie is.
Reeds voor de constructie van het eerste prototype van de BMW 501 had chef-ingenieur Alfred Böning de voertuigmassa berekend van het ontwerp. Hij kwam hierbij tot de conclusie dat de zescilindermotor nauwelijks genoeg vermogen had om de wagen voort te bewegen. Hij stelde het management voor een grotere motor te ontwikkelen om toekomstige versies van de wagen aan te drijven. Na acceptatie van zijn voorstel begon Böning met het ontwerp en de ontwikkeling van een V8 in grote lijnen gelijkaardig aan de toen nieuwe Oldsmobile Rocket V8-motor, met een centrale nokkenas die via stoterstangen kopkleppen bediende in een wigvormige verbrandingskamer. De BMW OHV V8 verschilde van zijn tijdgenoten uit Detroit door zijn motorblok in lichtmetaal met gietijzeren cilinderbussen en zijn kleinere afmetingen, aanvankelijk 74 mm boring en 75 mm slag, resulterende in een slagvolume van 2580 cc. De ontwikkeling van de V8 werd verdergezet door Fritz Fiedler, die in 1952 Böning opvolgde als chef-ingenieur bij BMW.
Geschiedenis
bewerkenDe 502 was vrijwel identiek aan de BMW 501, maar heeft enkele verschillen in het uiterlijk: de mistlampen zijn bij de 502 geïntegreerd in de spatborden, terwijl de 501 niet over mistlampen beschikte. Ook had de 502 een chromen strip aan beide kanten, onder de zijramen.
De V8-motor werd voorgesteld op het autosalon van Genève in 1954 als de motor van de nieuwe BMW 502. Hij had hetzelfde chassis en ongeveer hetzelfde koetswerk als de 501, doch de 502 was luxueuzer en met zijn lichte V8 met 100 pk en een dubbele Solex carburator, veel sneller. De opgegeven topsnelheid bedroeg 160 km/u en dat was een stuk hoger dan die van de eerste zescilinderversies van de Mercedes W180 die datzelfde jaar gelanceerd werden. Bij zijn lancering zou de 502 Duitslands snelste sedan uit serieproductie geweest zijn.
De 502 was Duitslands eerste naoorlogse auto met een V8 motor, maar zijn hoge prijs van 17.450 DM resulteerde in lage verkoopcijfers. In zijn eerste productiejaar werden slechts 190 stuks verkocht.
De 502 onderscheidde zich van de 501 door bijkomende verchroomde ornamenten en een luxueuzer interieur. Mistlampen en individuele voorzetels waren bij de 502 standaarduitrusting. De 502 werd in 1955 licht gerestyled met een over de hoek grijpende gebombeerde achterruit.
Naast de vierdeurs sedan bood BMW in 1954 en 1955 ook tweedeurs cabriolet-en coupéversies van de 502 aan die bij Baur in Stuttgart werden gebouwd.
De 501 en 502 modelbenamingen verdwenen in 1958, toen de 501 V8 de BMW 2.6 werd en de 502 de modelbenaming 2.6 Luxus kreeg.
Productiecijfers
bewerkenSerie | Productiejaren | Geproduceerd aantal |
---|---|---|
502 en 2.6 L afgeleiden | ||
502 / 2.6 Luxus / 2600L | 1954 – 1962 | 3.117 |
3.2 L en afgeleiden | ||
3.2 / 3200L | 1955 – 1962 | 2.537 |
3.2 Super / 3200S | 1957 – 1963 | 1.328 |